Het kloppende hart van Krakeel

In het hart van Krakeel, waar de straten zich als een doolhof slingeren tussen kleurrijke huizen en herfstige bomen, sta ik als een opvallend gebouw. Op het eerste gezicht lijk ik een rustig en modern bouwwerk met mijn glanzende ramen en hoge muren, maar binnenin bruist het van leven, verhalen en verbinding. Ik ben ‘De Magneet’,  het kloppende hart dat onze gemeenschap vormt. 

Elke ochtend begint mijn dag met de zoete geur van vers gezette koffie die door mijn gangen zweeft. Mijn vrijwilligers, die als de onzichtbare helden van Krakeel worden beschouwd, zijn druk in de weer om alles klaar te zetten voor de dag. In de middag verzamelen omwonenden zich als een kleurrijk palet in de zalen. Jong en oud, met de meest uiteenlopende verhalen, vinden hier een plek waar ze kunnen samenkomen. De zaal vult zich met het geluid van levendige gesprekken en het gekletter van borden en bestek. Af en toe klinkt melodieus gelach van ouders die aan tafel een vers gezet kopje koffie drinken, nadat ze net hun kinderen naar de naastgelegen basisschool hebben gebracht.

Ik ben niet zomaar een gebouw. Ik ben de levensader van onze gemeenschap. Hier worden niet alleen evenementen gehouden, maar ook herinneringen gecreëerd en relaties opgebouwd. Ik ben een plek waar eenieder wordt verwelkomd en gewaardeerd, maar zoals elke gemeenschap hebben we ook onze uitdagingen. Wanneer de avond valt en de zon plaatsmaakt voor de maan, verschuift de dynamiek in mijn gezamenlijke ruimte. Terwijl overdag gezinnen, ouderen en kinderen de ruimte vullen met hun aanwezigheid, word ik in de avond vaak ‘overgenomen’ door een andere groep: de hangjongeren. De sfeer verandert en het geluid van gezellige gesprekken maakt plaats voor het geluid van luidruchtige jongeren die zich verzamelen. Hoewel hun aanwezigheid misschien als een schaduw over de avonden van mijn ruimtes hangt, is het belangrijk om te begrijpen dat deze jongeren niet slechts ‘hangjongeren’ zijn. Ze zijn een deel van onze gemeenschap. Een andere kleur in het palet van Krakeel. Ik, als het bindende element van de buurt, word een plek waar verschillende generaties elkaar ontmoeten. Soms met wrijving, maar ook met kansen voor begrip. Toch lijkt dat stukje begrip bij sommigen nog verder weg dan ooit.

Er hangt bij mijn gezamenlijke ruimte een gespannen sfeertje. De hangjongeren, die zich in grote aantallen verzamelen in het wijkcentrum, komen dreigend over. Hun aanwezigheid heeft een agressieve ondertoon die de harmonie en saamhorigheid van onze gemeenschap uitdaagt. Ze praten steeds luider en gedragen zich provocerend. Het zorgt voor onrust bij mijn bezoekers, maar ook bij het personeel dat de avonddienst draait. Zodra een paar personeelsleden de moed verzamelt om op de groep jongeren af te stappen met het verzoek om het pand te verlaten, verandert het luidruchtige gepraat in fysiek contact. Een jongen duwt een andere jongen dusdanig hard, dat hij met een doffe klap op de grond belandt. Hij aarzelt geen minuut en springt er bovenop. Verschrikt kijken de mensen naar de twee die rollebollend door de ruimte gaan. Net op het moment dat de situatie op het punt staat te escaleren, verschijnen enkele ervaren vrijwilligers van het wijkcentrum. Zij weten de gemoederen te sussen en de aandacht van de hangjongeren af te leiden. Ze druipen langzaam af naar buiten. De twee ruziemakers blijven nog even binnen wachten. De één met een boze blik aan de ene kant van de ruimte. De ander met tranen in zijn ogen aan de andere kant. Allebei wachtend op hun ouders die hen op komen halen.

“Kortgeleden moest zelfs de handhaving worden ingeschakeld”, hoor ik Luuk Kruize, bestuurslid van Stichting Wijkcentrum Krakeel (SWK), zeggen tijdens een interview met een studente Journalistiek. Maar het was niet de eerste keer dat ik mijn deuren moest openen voor de mannen in uniform. Deze incidenten leiden tot grote zorgen bij meerdere instanties. “Samen met nog andere vrijwilligers proberen wij het buurtcentrum zo goed mogelijk te runnen. Dat is soms moeilijk, omdat er hangjongeren zijn die voor overlast zorgen en in sommige gevallen ook nog drugs dealen.”

Dat er spanning en bezorgdheid is, kun je aflezen van de gezichten van het personeel. De vrijwilligers, die normaal gesproken met open armen iedereen verwelkomen, staan nu voor de uitdaging om de balans te vinden tussen gastvrijheid en het handhaven van een veilige omgeving. Om dat zo goed mogelijk te doen, heeft de jongerenwerker uit de wijk een training opgezet. Hierbij worden verschillende vaardigheden geleerd hoe je tijdens zo’n escalatie omgaat met jongeren die dreigend overkomen. Ook biedt het handvatten om op een constructieve manier met de situatie om te gaan. In de hoop de wrijving te verminderen en een positieve interactie te bevorderen tussen alle kleuren in het palet van Krakeel. Niet alleen wordt er aandacht besteed aan mijn vrijwilligers, ook de hangjongeren zelf moeten een leerzame les krijgen om hun gedrag binnen een bepaald kader te verbeteren. Luuk Kruize: “In samenwerking met scholen zoeken we in Krakeel naar een oplossing. Zij hebben nauw contact met de herrieschoppers.”

Ondanks de uitdagingen blijf ik mij inzetten voor het behoud van mijn rol als verbindende factor in de wijk. Gelukkig krijg ik daar, mede door dit incident, hulp bij van een toezichthouder voor de komende weken. “De faciliteiten moeten op een veilige en verantwoorde manier worden gebruikt. Ik zorg ervoor dat de regels die daarbij horen worden nageleefd.” Ondanks dat ik graag mijn deuren open voor alle inwoners in de wijk, vind ik het lastig om de toezichthouder binnen te laten. Niet vanwege hem als persoon, maar als man in functie. Want het is toch wel jammer dat het zover heeft moeten komen dat we hem nodig hebben om de rust te bewaren. Dat we beiden een oogje in het zeil moeten houden voor als er weer onenigheid is. “Dit wijkcentrum moet een veilige plek zijn met een ontspannen sfeer voor iedereen. Tot nu toe heb ik nog niet hoeven ingrijpen. Misschien dat rondlopen in zo’n uniform alleen al genoeg invloed heeft op onrustzaaiers.”