Het was een dinsdagmiddag toen Armina moedeloos voor zich uitstaarde. Ze had de afgelopen toets teruggekregen. Er stond groot boven op het papier in het rood een 4,8, haar zoveelste onvoldoende. Lopend richting de andere les, klaagde ze over haar cijfer. Waarop een vriendin antwoordde dat ze had gehoord dat een vriendin van haar zus vrijwillige bijles ging geven. Speciaal voor jongeren die nog niet zo lang in Nederland woonden. Armina fleurde gelijk een beetje op en er verscheen een glimlach op haar gezicht. Ze moest en zal haar diploma halen.

Armina staart uit haar zolderkamerraam naar de regendruppels die langs het raam naar beneden druipen. Het getik van de regendruppels op het dak van het huis doet haar denken aan haar vlucht naar Nederland. Toen telde ze altijd het vallen van de regendruppels in een plas water, als ze weer eens buiten sliepen. Nu vijf jaar geleden. Op elfjarige leeftijd vluchtte ze met haar vader, moeder en zusje naar Nederland voor een hoopvolle toekomst, weg uit de oorlog.

Eenmaal aangekomen in Nederland was de rust nog lang niet teruggekeerd. Overal hoorde ze mensen praten in een harde, duidelijke taal die ze niet verstond. De blauwe grote borden op de wegen kon ze niet lezen. Het rook naar geuren van eten dat ze niet herkenden en het weer was allesbehalve zonnig en warm. Na een aantal maanden in een asielzoekerscentrum te hebben gewoond, kregen ze een huis toegewezen in Paasbos, Nijkerk. Het was eindelijk tijd om haar eigen leventje te kunnen opbouwen. Dat betekende ook dat ze naar school moest. Het ging haar best goed af, behalve het vak Nederlands. Daar was ze een ramp in.

Twee weken daarna zette Armina haar fiets op slot. Ze ademde nog een keertje diep in en uit. Ze was toch wel een beetje zenuwachtig en ze trok haar jas nog even recht. Want wat moest ze van zo’n bijles verwachten en wat zouden ze van haar denken? Ze pakte de deurklink vast en zette een stap naar binnen. Voordat ze het wist, liep er een meisje van een jaar of eenentwintig op haar af. Ze stak haar hand uit. ‘’Hallo ik ben Vera. Wil je wat drinken?’’

De glimlach van Vera deed de zenuwen van Armina verdwijnen. Eenmaal zittend aan een tafel met een kopje thee, vertelde Armina over haar jeugd en dat ze moeite heeft met de Nederlandse taal. Diezelfde avond begonnen ze nog met het openklappen van haar Nederlands boek en het maken van oefeningen. Elke dinsdagavond bleef Armina trouw naar haar bijles komen. Ze had echt het gevoel dat ze vooruitgang boekte in het vak, omdat de oefeningen haar steeds makkelijker afgingen. Ze zag totaal niet op tegen haar wekelijkse bijles, want Vera was intussen gaan aanvoelen als een vriendin. Armina kon met haar lachen, maar Vera was ook het luisterend oor wat Armina soms nodig had.

Na een aantal weken bijles, kwam Armina op een dinsdagavond met tranen in haar ogen het paashuis inlopen. Vera zat al te wachten met haar handen geklemd om een kopje thee. Wanneer ze Armina in haar ogen aankeek, zag ze de verdrietige ogen van haar. Armina kruiste de blik van Vera en de tranen begonnen over haar wangen te stromen. ‘’Ik heb mijn cijfer terug; snikte Armina ;het is weer een onvoldoende en ik had er nog wel zo’n goed gevoel over.’’ Vera keek naar de tengere Armina. Haar mascara was uitgelopen, waardoor ze zwarte kringen onder haar ogen had. Vera stond op en gaf Armina een knuffel en troostte haar. ‘’Het is oké. We blijven oefenen en dan kom je er wel; zei Vera met een geruststellende stem.

De seizoenen gingen voorbij. Aan de bomen kwamen weer takken vol groene blaadjes en de temperatuur begon weer te stijgen. Armina had niet opgegeven en besloot ondanks haar onvoldoendes stug door te gaan met de Nederlandse bijles. De laatste toetsweek was begonnen en vandaag zou ze een toets Nederlands hebben. Het was belangrijk dat ze een voldoende zou halen voor Nederlands. Deze toets was namelijk allesbeslissend of ze nog een tekortpunt kon wegwerken en zo over kon naar het laatste jaar van de middelbare school.

Met zweethanden hield Armina haar pen stevig vast en keek naar de lange zinnen op het blad voor haar. Ze voelde een gevoel van rust over haar heen komen, omdat ze soortgelijke opdrachten had geoefend met Vera. Na zo’n driekwartier legde ze haar pen neer en stak haar hand op. De surveillant nam de toets mee en Armina stond op en liep naar de deur van het klaslokaal. Eenmaal de deur achter haar dichtgedaan sloot ze haar ogen en stroomde er een gevoel van voldoening door haar lijf. Dit kon zomaar eens goed zijn gegaan; dacht Armina.

Drie dagen later kreeg ze een appje van haar klasgenoot dat het cijfer op magister staat. Armina zat in kleermakerszit op haar bed en voor haar lag haar mobiel. Ze opende magister en voelde een rilling door haar lijf. De app laadde en voor ze het wist, zag ze een groene zeven staan. Haar mond viel open en een traan rolde over haar wang. Dit keer van blijdschap. Ze sprong op en maakte een vreugdedansje. Het gevoel was onbeschrijfelijk. De telefoon ging over en het gezicht van Vera verscheen in beeld. ‘’Ik heb een zeven; gilde Armina. Vera haar ogen werden groot en samen gilden en danste ze van blijdschap via de telefoon. ‘’ik ben zo trots op je. Ik zei toch dat het je ging lukken; antwoordde Vera.