“De onzekerheid, die maakt je kapot”

“De onzekerheid, die maakt je kapot”

Terwijl de straten van de Enschedese wijk Pathmos nog vol staan met plassen van de hevige buien van de dagen ervoor, trekt opnieuw een zware regenbui over de wijk. In de Willem de Clerqstraat, waar de vijftigjarige Floris Penders woont, valt de regen met bakken uit de lucht. Deze regenbui is dan ook niet te vergelijken met de buien van de dagen ervoor. Zondag 21 juli 2024 is voor Floris dan ook een dag die voor altijd op zijn netvlies zal blijven staan.

De Willem de Clerqstraat loopt deze avond vol met een enorme hoeveelheid regenwater. Dit gaat dan ook niet onopgemerkt bij Floris. De straat begint op een snel tempo al blank te staan. Het water stijgt zelfs zo snel dat het in enkele huizen naar binnen begint te stromen. Zo ook bij de woning van Floris. Om het water tegen te houden pakt Floris snel enkele handdoeken. Kosten wat het kost blijft hij handdoeken tegen de deur plaatsen. Erg veel zin heeft het alleen niet. Zijn woning begint vol te stromen. Snel pakt hij enkele bezittingen en plaatst hij deze naar boven. Veel kan hij echter niet redden. Wanneer hij zich omdraait ziet hij dat het regenwater aan de achterkant van zijn huis veel hoger staat.

Het duurt niet lang totdat de hevige regenbui wegtrekt. Opgelucht denkt Floris: het houdt eindelijk op. De rust is alleen van korte duur, want niet veel later hoort Floris een borrelend geluid. Terwijl hij naar de achterkant van zijn woning loopt begint het water opnieuw te stijgen. Waar het water precies vandaan komt ziet hij niet. Floris opent de deur naar zijn wasruimte en terwijl hij dat doet is de afkomst van het water meteen duidelijk. Uit zijn afvoer en wasmachine spuit bruin, stinkend water omhoog. Net iets boven zijn enkels stopt het water met stijgen en op dat moment weet Floris maar één ding zeker: de ellende is nog maar net begonnen.

“We hebben slecht nieuws”

Twee weken na de wateroverlast ontvangt Floris een brief. Rustig opent hij de envelop en begint hij met lezen. “We hebben slecht nieuws. Door de grote waterschade kun je niet in jouw huis blijven wonen,” leest hij. Terwijl zijn ogen verder over de woorden glijden wordt het hem duidelijk dat hij een vervangende woning aangeleverd zal krijgen. Niet veel verder in de brief leest Floris dat hij met deze woning ‘volledig ontzorgd’ zal worden. Starend naar het papier in zijn handen komen er verschillende gedachtes naar boven: wanneer zou ik weer terug kunnen naar mijn eigen woning en hoe verbonden zal ik met mijn wijk blijven?

“Dit is geen succes”

Floris’ aanrecht in zijn eerste wisselwoning.

Halverwege augustus is Floris één van de eerste bewoners die een wisselwoning aangewezen krijgt. Met de sleutel in zijn hand loopt hij langs enkele studenten naar zijn wisselwoning op de campus van de Universiteit van Twente. Voor zijn tijdelijke woning blijft hij stil staan. Langzaam doet hij de sleutel in het slot en draait hij hem om. Hij opent de deur van zijn woning en stapt vol verwachting naar binnen. Al lopend glijden zijn ogen door de kleine ruimte. De glimlach die hij eerder nog op zijn gezicht had, verdween. Zo zag het er niet uit op de foto’s, denkt Floris terwijl hij voor het keukenblok stil blijft staan. Hij staart naar het blad van zijn keuken. Dit blad hoort zwart te zijn, maar heeft alle kleuren van de regenboog, denkt Floris bij zichzelf. De rest van de woning oogt niet veel beter. De muren zijn onafgewerkt, er zitten gaten in de vloer en de kraan zit niet goed gemonteerd. “Dit is geen succes,” zegt Floris met een diepe zucht.

 

Nog steeds niet perfect

Nog geen drie weken later krijgt Floris een nieuwe wisselwoning aangewezen. Het is een klein appartementje op de eerste verdieping van een appartementencomplex in de Enschedese wijk Twekkelerveld. Op het eerste oog ziet het er prima uit, maar tevreden is Floris er zeker niet mee. Vanaf zijn voordeur loopt hij door de hal. Halverwege blijft hij stilstaan en stampt hij op het laminaat. “Ja, kijk hier zat het,” zegt Floris na enkele seconden tegen zichzelf. Hij drukt zijn voet nog enkele keren op een stuk laminaat dat verkeerd geplaatst is. Elke keer als hij zijn voet optilt springt het laminaat weer omhoog. Floris stampt er nog één keer op voordat hij verder loopt naar zijn woonkamer. Eenmaal in de kamer gaat hij zitten op een tweepersoonsbank. Zijn ogen glijden door de kleine woonkamer die voor hem niet als thuis aanvoelt. Hij staart naar de twee stoelen rechts van hem en denkt bij zichzelf: als ik met kerst mensen wil uitnodigen, waar moet ik ze dan laten?

Duidelijkheid

Inmiddels is het vier maanden na de wateroverlast en is er nog steeds geen duidelijkheid over wat er precies met de woningen gaat gebeuren. Floris Penders woont nog altijd in zijn kleine wisselwoning in Twekkelerveld. Op zijn bank bladert hij door een stapel papieren die vragen bevatten over de wateroverlast. Het zijn vragen die hij de volgende dag zal gaan stellen tijdens een vergadering. Met deze vragen hoopt hij meer duidelijkheid te krijgen over de toekomst van de woningen van de Pathmossers. “De onzekerheid, die maakt je kapot,” zegt hij met een lichte stemverheffing terwijl hij naar het document in zijn handen staart. Floris heeft maar weinig vertrouwen in een goede terugkomst naar zijn eigen woning. Hij denkt na over de problemen in de wijk. Zijn grootste angst, maar ook hoop, is dat de woningen platgegooid worden en dat er nieuwbouw komt. Floris pakt een pakje shag dat naast hem op de bank ligt. Met lichtelijk trillende handen begint hij zijn shaggie te draaien. Die woningen zijn toch onbegonnen werk, denkt hij bij zichzelf.

Wonen in twee wijken

De Willem de Clerqstraat vier maanden na de wateroverlast

Terwijl Floris uit het raam van zijn tijdelijke woning in Twekkelerveld staart, komt het besef dat hij hier nog wel even zal moeten blijven wonen. Hij staart naar het appartementencomplex aan de overkant. Het is eenzelfde soort complex als waar hij nu in zit, maar het is totaal niet te vergelijken met zijn woning in Pathmos. Het zijn echter niet alleen de huizen die deze wijk anders maken. Wanneer Floris terugdenkt aan zijn eigen wijk, denkt hij namelijk aan de hechte banden die hij met zijn buurtbewoners had. Deze banden heeft hij hier niet. Floris’ blik glijdt weer naar binnen, naar zijn kleine wisselwoning.  Ik probeer er hier maar het beste van te maken, maar voor Pathmos zal ik altijd blijven strijden, denkt Floris.