“Ik vind de Vijfhoek een prachtige wijk,” zegt hij terwijl hij uit zijn bureaustoel springt om naar een grote kaart van Deventer aan de muur toe te lopen. Vroeger bestond de Vijfhoek alleen maar uit weilanden waarin bomen- en lanenstructuren de overhand hadden. Sinds de bouw van de wijk begin jaren 90 hebben verschillende bestuurders binnen de gemeente Deventer de Vijfhoek onder hun hoede gehad. Elke wijk heeft zo’n zogeheten Wijkwethouder. Sinds 2023 is dat in de Vijfhoek Lars Wijnhoud (49).

“Het contact met de mensen is goed. Ik zit een keer in de zes weken samen met het wijkteam.” In de gesprekken laat hij zich informeren over wat er speelt in de wijk en wat er wel of niet goed gaat. Wel vindt hij het belangrijk dat de wijkwethouder zelf ook in de wijk komt kijken: “Ik kom wel eens in het verbindingscentrum om mensen te babbelen.”

Een wijk is volgens Wijnhoud niet compleet zonder een gevarieerd woonaanbod en goede voorzieningen. Op de vraag of de Vijfhoek deze onderdelen ook heeft, wordt instemmend ‘ja’ geknikt. Toch zijn er volgens Wijnhoud enkele aandachtspunten voor de gemeente: “Neem als voorbeeld het Andriessenplein. Dat is een lelijk plein. Veel parkeerplaatsen, veel asfalt. Daar moet je als gemeente wat mee,” vertelt Wijnhoud. “Maar ook saamhorigheid is belangrijk. Het idee dat mensen hun buren kennen, en het liefst nog een straatje verder.”

In een wijk kan een bewoner aankloppen bij de gemeente als hij een idee heeft voor de wijk. De bewoner komt dan in aanraking met WijDeventer. Een team bestaande uit een wijkmanager en enkele inwoners, beoordelen dit plan en bepalen vervolgens of de gemeente geld vrij maakt om dit plan uit te voeren. Wijnhoud: “Ik ben altijd bij deze overleggen. Het mooiste is het enthousiasme wat de mensen hebben over hun ideeën. Ook zie je wel een bepaalde drempel als ze hun idee ook echt moeten presenteren.”

Toch zijn er in Deventer ook zorgen over de saamhorigheid in de wijk. Kijk op de Wijk is een initiatief van WijDeventer, waarin kort de gang van zaken over elke wijk in Deventer wordt gepubliceerd. Dit document benoemt onder andere het voorzieningstekort voor jongeren en de algemene eenzaamheid in de wijk. Ook Wijnhoud ziet deze zorgen: “De maatschappij wordt natuurlijk een stuk individualistischer, dat was vroeger echt wel anders. Met een breed team van mensen, waar de Voor Elkaar-teams en ook huisartsen onder vallen, proberen we zoveel mogelijk mensen te bereiken.”

Wijnhoud denkt dat dit proces altijd beter kan. Door mensen hun zorgen te laten uitspreken en zich gehoord te laten voelen, probeert de wethouder het gat tussen de politiek en de burgers kleiner te maken. Wijnhoud: “Je moet gewoon zorgen dat je met je mensen in die wijken zit, dat werkt drempelverlagend.” Concrete plannen om de sociale cohesie aan te pakken zijn er op dit moment nog niet. Wel geeft Wijnhoud aan dat er per wijk een plan van aanpak is waarin de bewoners ook mee kunnen denken.

Op de vraag of de gemeente iets kan leren van buurtinitiatieven, wordt lang nagedacht. “Ik vind dat we altijd iets kunnen leren van buurtinitiatieven. Zij hebben ook ogen in de wijk en weten wat er speelt. Voor mij is het belangrijk dat de bewoners zelf het initiatief nemen.”