Wijkagent Verhagen: “Luisteren kan al een groot verschil maken”
De glazen schuifdeuren van het Wijkcentrum Zuiderzee gaan met een zacht gezoem open. Een oudere vrouw stapt langzaam naar binnen, haar handen stevig om haar tas geklemd. Ze kijkt even om zich heen, alsof ze aarzelt of ze wel goed zit. Uiteindelijk loopt ze naar de tafel in het midden van de ruimte, waar wijkagent Verhagen zit. Hij knikt haar vriendelijk toe en gebaart dat ze mag gaan zitten.
“Het gaat om die herrie,” begint de vrouw met een nerveuze stem. “Elke avond weer bij dat bankje vlakbij. Het lachen en schreeuwen gaat door tot laat. Soms denk ik: waar zijn hun ouders?”
Iedere donderdagmiddag zit Verhagen in het wijkcentrum, klaar om te horen wat er speelt in de Zuiderzeewijk. Zijn donkere uniform met gele neonstrepen valt op in de warme, rustige sfeer van de ruimte. Of het nu gaat om vragen over de nieuwe afvalcontainers, jongeren die overlast veroorzaken, of iets heel anders—alles mag gezegd worden.
Wijkagent Verhagen luistert aandachtig en knikt. Hij pakt zijn notitieblok en begint mee te schrijven. “Ik snap dat het vervelend is,” zegt hij rustig. “We horen vaker klachten over die plek. Het lijkt een ontmoetingsplek te zijn.”
Hij legt uit dat de bankjes beschut staan en daardoor aantrekkelijk zijn voor jongeren om rond te hangen. “We kunnen ze niet zomaar wegsturen, want meestal doen ze niks illegaals. Maar ik ga kijken of we wat meer aanwezig kunnen zijn daar, zodat het voor iedereen prettiger wordt.”
De vrouw lijkt opgelucht dat ze haar verhaal heeft kunnen doen. “Dank u wel, agent,” zegt ze, terwijl ze langzaam weer opstaat en naar de uitgang loopt. De schuifdeuren sluiten achter haar met hetzelfde zachte gezoem waarmee ze opengingen. Verhagen neemt een slok van zijn koffie, die inmiddels koud is geworden, en kijkt even naar zijn notities.
Elke donderdagmiddag
“Dit soort gesprekken zijn belangrijk,” zegt Verhagen terwijl hij zijn pen neerlegt. “Soms denken mensen dat hun probleem te klein is om te melden. Maar vaak kun je door naar die kleine dingen te kijken juist iets groters aanpakken.”
Verhagen is veel in de wijk te vinden, meestal op de fiets of lopend. “Je leert zowat er gebeurt. Wie er vaak op straat is, waar het druk is, of juist heel stil. Soms valt een kapot raam op, soms een groepje jongeren dat altijd op dezelfde plek hangt.”
Hij heeft door de jaren heen een goed beeld gekregen van de buurt. Zuiderzeewijk is een dynamische plek, met bewoners van allerlei achtergronden en leeftijden. Maar juist die diversiteit kan soms voor frictie zorgen, merkt hij. “Wat voor de een normaal is, kan voor de ander heel storend zijn. Daar moet je als agent tussenin staan.”
Jongeren in de wijk
Die jongeren worden vaak besproken, merkt hij. “We hebben hier geen jongerencentrum, en dat voel je. Ze zoeken elkaar op, maar als er geen plek is om naartoe te gaan, hangen ze buiten. Voor hen is dat normaal, maar voor bewoners kan dat al snel voelen als overlast.”
Laatst sprak hij een paar jongens aan bij een supermarkt. “De eigenaar vond het niks dat ze daar rondhingen. Maar toen ik met ze praatte, bleek dat ze gewoon nergens anders heen konden. Één van hen zei: ‘Agent, ik zou wel willen poolen, maar waar moet ik dat doen?’ Dat zijn momenten dat je denkt: ja, het klopt. Ze hebben gewoon weinig opties.”
Verhagen probeert oplossingen te vinden, maar hij weet ook dat hij niet alles kan veranderen. “Soms kun je alleen luisteren en proberen te zorgen dat iedereen zich gehoord voelt. Dat helpt al meer dan je denkt.”
Een leeg spreekuur
De schuifdeuren blijven verder stil, en de klok nadert twee uur. Je zou kunnen denken: waarom houden we dit spreekuur nog? Maar Verhagen vindt dat geen optie. “Het gaat niet om hoeveel mensen er komen. Zelfs als er maar één iemand komt, heeft het spreekuur al zin.”
Hij hoopt wel dat het in de toekomst anders kan. “Misschien de tijden van het spreekuur veranderen, of gewoon vaker buiten staan en een praatje maken. Mensen moeten weten dat we er voor hen zijn, ook als ze niet direct een oplossing zien.”
Hij kijkt naar de deur en denkt even terug aan de vrouw van eerder. Ze had een klein probleem, maar toch zag hij hoe opgelucht ze was na hun gesprek. Dat is precies waarom hij hier zit, besluit hij.
De wijk roept altijd
Met de klok op twee uur pakt Verhagen zijn spullen en zwaait hij naar de aanwezigen in het wijkcentrum. Buiten trekt hij zijn jas wat strakker dicht tegen de kou. Hij kijkt nog even naar het wijkcentrum en glimlacht. “De wijk roept altijd,” zegt hij voordat hij in zijn auto stapt.
Het spreekuur blijft een beginpunt, hoe klein het soms ook lijkt. “Zolang mensen iets hebben waar ze over willen praten, blijf ik luisteren,” zegt hij vastberaden. Terwijl hij wegrijdt, denkt hij aan de gesprekken van vandaag. Elk verhaal draagt bij aan een betere buurt, stap voor stap.
Recente reacties