Waar de thee blijft stromen

Het is een woensdagmiddag in Keizerslanden. Voorbijgangers lopen gehaast het winkelcentrum uit, hun kragen opgezet tegen de wind. In de luwte van de flat aan de rand van het plein schuilt een glazen gevel met een gouden rand: Café Yof. De letters op het raam zijn eenvoudig, bijna bescheiden. Binnen is het warm.

Een man opent de deur, houdt hem even vast voor de vrouw die achter hem volgt. Ze groet vriendelijk en schuift aan bij een tafel waar al drie anderen zitten. Op de achtergrond klinkt het zachte gerinkel van glazen, de geur van munt en kaneel hangt als een warme deken over het interieur. Aan de muur hangen decoratieve spreuken in kalligrafie. Op de tafel: thee, koekjes en gedeelde stilte.

Er wordt gelachen, maar zacht. Iemand vertelt een verhaal over vroeger, over hoe zijn vader op de markt stond. Een vrouw knikt, schenkt thee bij. De theepot lijkt nooit leeg te raken.

Een plek voor rust

Café Yof is niet de drukste plek van Keizerslanden, maar voor wie het kent, is het een anker. Het is een plek waar je binnenkomt zonder op je woorden te hoeven letten. Waar niemand je vragend aankijkt als je je gebedstijd noemt of geen suiker in je thee wil. In dit café, zeggen bezoekers, hoef je niets uit te leggen.

Op de donderdagen zit een groep oudere mannen altijd in de hoek bij het raam. Hun gesprekken gaan over het leven hier, maar ook over daar, Marokko, Turkije, Irak. Over kinderen, geloof, gemis. Ze komen al jaren. Ze lachen hard, maar als het stil wordt, kijkt niemand op. Het hoort erbij.

Aan een andere tafel zitten drie vrouwen. Twee dragen een hoofddoek, één niet. Ze bespreken het programma van de bijeenkomst van volgende week: een voorlichtingsavond over schulden, georganiseerd samen met een welzijnsorganisatie. “Niet iedereen zal komen,” zegt één van hen. “Maar degene die wél komt, komt voor het eerst ergens.”

Generaties in één ruimte

Yof trekt verschillende leeftijden aan. Op zondag komen gezinnen, doordeweeks vooral ouderen en soms jongeren die tussen school en werk nog even zitten. De oudste vaste bezoeker is 82. De jongste? Zes jaar, met een kleurboek in de hoek naast zijn moeder. Zij leert ondertussen Nederlands met hulp van een vrijwilliger.

Tijdens de ramadan is het hier elke avond druk. Grote schalen eten worden gedeeld, tafels verschoven. Er wordt gebeden, gegeten, gelachen. Maar ook daarbuiten blijft Yof open. “Dit is ons huis buiten huis,” zei eens een bezoeker. Een plek waar je je geloof niet hoeft te verstoppen, waar je verleden niet hoeft te worden vertaald.

Verbonden, maar niet altijd zichtbaar

Buiten de muren van Yof gaat het leven in Keizerslanden door. De drukke rotonde, de supermarkt, het winkelend publiek. Veel mensen weten dat het café er is, maar zijn er nooit binnen geweest. Voor sommigen voelt de drempel hoog. “Je moet het kennen om het te begrijpen,” wordt weleens gezegd.

Toch probeert Yof zich te openen. Er zijn open avonden geweest, bijeenkomsten in samenwerking met de bibliotheek. Soms komen wijkwerkers aanwaaien voor een kop thee en een gesprek. Maar de brug naar de bredere wijk wordt langzaam gebouwd. Niet uit onwil, maar uit voorzichtigheid. Mensen willen zich veilig voelen, zeker in een wereld waar dat niet altijd vanzelfsprekend is.

Waar de gemeenschap samenkomt

De zon zakt langzaam achter de flats. Binnen is de theepot vervangen, opnieuw gevuld. Het geroezemoes gaat door. Eén van de vrouwen staat op en kust de anderen op beide wangen. “Tot morgen,” zegt ze zacht. Haar plaats wordt bijna direct ingenomen door een oudere man die zijn kruk naar voren schuift.

In Café Yof is geen haast. Hier leeft de gemeenschap in kleine gebaren, in gedeelde stilte en warme thee. Hier worden banden gelegd, verhalen verteld, generaties verbonden. Niet luid, niet opvallend, maar onmiskenbaar.