Van Ommelandvaart naar Visby

Op de koggewerf in Kampen zijn een groep vrijwilligers druk bezig met het duwen van een kar waar de nieuwe mast op ligt. Reijer van t’Hul, al sinds 2004 vrijwilliger bij de koggewerf, springt enthousiast uit zijn stoel wanneer de vrijwilligers met een nieuwe mast uit een van de loodsen op het werf komen rijden. Anderhalve maand voordat de kogge zou vertrekken naar Gotland, werden er rotte plekken gevonden aan de bovenkant van de mast. Daardoor moet de mast nu snel vervangen worden. Reijer vindt het prachtig om te zien. De kogge is inmiddels op 10 mei richting Gotland vertrokken, waar de Hanzedagen dit jaar plaatsvinden. De kleindochter van Reijer is bij deze vaartocht voor het eerst mee. Reijer zelf gaat niet meer mee, maar hij weet maar als te goed wat een avontuur het is om op zo’n oud middeleeuws schip te varen.

Op de koggewerf is het warm weer en er schijnt een felle zon. Reijer besluit dan ook dat hij het beste binnen kan gaan zitten. In éen van de gebouwen op de koggewerf is een expositieruimte ingericht. Reijer van t’Hul loopt al vertellend over zijn tijd bij de stichting richting het gebouw. In tegenstelling tot buiten is het in de expositieruimte koel en donker. Het staat vol met scheepsmodellen, vondsten van opgravingen en foto’s van vroegere reizen die de stichting met de Kogge gemaakt heeft. Zodra Reijer het gebouw binnenloopt, staat hij vrijwel meteen stil bij één foto: een kaart van de Ommelandvaart. Reijer zit al sinds 2002 bij de Stichting Kamper Kogge en heeft heel wat reizen meegemaakt, maar de Ommelandvaart in 2004 zal hij nooit meer vergeten.

De kogge werd in 1994 gebouwd naar aanleiding van een vondst uit 1984. De Stichting Kamper Kogge is toen ook opgericht. In 1998 was de kogge af. Maar de stichting wou niet alleen maar de kogge nabouwen, zo wouden er ook mee varen. Daarom besloten ze in 2002 dat ze gingen proberen om Denemarken heen te varen, zoals de oude koggeschepen dat ook in de Middeleeuwen deden. Reijer besloot zich ook aan te melden voor deze reis. Al toen de bouw van de kogge net begonnen was, zag je Reijer op de koggewerf. Hij was al zijn hele leven een goede zeiler en ook geobsedeerd met geschiedenis. Niks leek hem dan ook leuker dan om langs Denemarken te zeilen met zo’n oud middeleeuws schip.
Na veel voorbereidingen ging de Ommelandvaart in 2004 dan eindelijk van start, en Reijer van t’Hul behoorde tot één van de bemanningsleden. Het ruige weer maakte de reis erg lastig voor de kogge en haar bemanning. De kogge moest vaak door een sleepboot vooruit geholpen worden door de tegenwind. Ook werden veel bemanningsleden zeeziek. Om de beurt hielden ze elkaar vast terwijl de ander in de zee braakte. Eén van de bemanningsleden verloor zelfs op die manier zijn kunstgebit.

Ondanks de ruige omstandigheden op de kogge, had Reijer het naar zijn zin aan boord. Hij hield van de zeelucht, van de geur van de met teer ingesmeerde touwen, van de golven die tegen het schip klotsten en van het geluid van het krakende hout. Hij had alleen ‘twee linker handen’, zoals hij het zelf noemt. Daarom besloot de kapitein dat Reijer beter het ‘Scheepslogboek’ kon bijhouden: van elke dag op het schip schrijft hij een verslag over wat er die dag is gebeurd. Maar daar laat hij het niet bij. Hij schreef ook elke dag een gedicht over wat er die dag is gebeurd aan boord van de kogge. Het werd een traditie: elke avond tijdens het eten droeg Reijer het gedicht dat hij die dag heeft geschreven voor aan de bemanning. Reijer weet nog goed hoe de bemanning in het kleine ruim bij elkaar zaten te eten. Het enige licht kwam van de paar aangestoken lantaarns. En de bemanning luisterde aandachtig naar Reijer, die het elke keer weer voor elkaar kreeg om de gebeurtenissen van de dag om te toveren in een gedicht.

Er gebeurde dan ook meer dan genoeg aan boord om over te dichten. Het ruige weer op zee hield aan, door de harde tegenwind kwam de kogge zelfs met hulp van de sleepboot geen zeemijl meer vooruit. Daardoor had de bemanning geen andere keuze dan om via het Oostzee-kanaal langs Denemarken te gaan. Ondanks deze grote tegenslag bleef de stemming aan boord positief. Overal waar de kogge tijdens haar reis aanmeerde, kwamen mensen met veel belangstelling een kijkje nemen. Er vaart tenslotte niet elke dag een middeleeuws schip de haven van je stad binnen.

Maar eenmaal op de terugweg naar Kampen, sloeg het noodlot toe. De bestuurder van de sleepboot kreeg een hartstilstand. Hij werd met een traumahelikopter naar een ziekenhuis aan land gebracht. Een uur lang hoorde de bemanning geen nieuws, de stilte was voelbaar. Totdat de radio plotseling weer tot leven kwam, met heel slecht nieuws: hij was overleden. Het nieuws kwam enorm hard aan, de vlaggen werden halfstok gehesen. De Kogge voer door, terug naar huis.
Op de dag dat de bestuurder van de sleepboot thuis in Nederland werd begraven, kwam er weer slecht nieuws via de radio binnen: ook de schipper van de sleepboot is nu onwel geworden. Ook hij kreeg een hartstilstand.
Urenlang was het onduidelijk voor de bemanning van de kogge hoe hij eraan toe was. De radio van de kogge kreeg kuren en kon niet meer zenden. Er werden alleen nog wat vage berichten ontvangen, wat de stemming aan boord deed dalen tot een drukkende stilte. De radio valt na een tijdje helemaal uit en even drijft de kogge zonder enig contact met de moderne wereld op de Noordzee. De volgende dag toen de oorzaak van de storing werd gevonden en de radio weer aanging, kwam voor een tweede keer afschuwelijk nieuws binnen: ook de schipper van de sleepboot had het niet overleeft. Door de radio kwam nog een volgende boodschap van de sleepboot binnen: ‘Trossen klaarleggen voor een sleep. Het is over, we gaan naar huis.’
Eenmaal in Kampen aangekomen, gingen alle bemanningsleden snel naar huis. Het werd weer stil op de kogge. Het schip was verlaten, maar de gedachten van de bemanningsleden bleven achter in het ruim.

Door alle tegenslagen was de Ommelandvaart voor de bemanning mentaal een stuk zwaarder dan ook maar iemand van tevoren had kunnen verwachten. Deze reis zal Reijer dan ook voor altijd het beste bijblijven. En nu maken de vrijwilligers zich dus op voor de reis naar Visby. Reijer vaart zelf niet meer mee. Hij vindt dat je boven de zeventig niet meer mee moet varen met zo’n intensieve reis. Maar wie vaart dit jaar wel mee? Zijn kleindochter. Ze vaart zowel op de heenreis als op de terugreis mee. Hij is enorm trots op haar. Het is dan ook het allereerste wat hij vertelt. Hij heeft heel wat avonturen mogen meemaken aan boord van de Kogge, waarvan de Ommelandvaart op hem de diepste indruk heeft gemaakt. En nu is het zijn kleindochter die heel wat avonturen gaat beleven aan boord van het schip. De Stichting Kamper Kogge heeft veel geleerd van de Ommelandvaart. Reijer heeft daarna ook veel reizen gemaakt die wel slaagden. En mede dankzij zijn kleindochter, zal de reis naar Visby één van die reizen worden.