Van botsing naar band: De Matengaarde werkt aan verbinding

In en rond het Matenpark hangen groepjes jongeren rond, terwijl andere bewoners uit de Matengaarde deze plekken liever mijden. ‘’Wij willen gewoon gezellig chillen’’, aldus een jongere. De andere bewoners geven echter aan zich onveilig te voelen. Deze tweestrijd wil de gemeente Apeldoorn oplossen door de jongeren en andere bewoners te verbinden.

 

De overlast in de Matengaarde is vooral af te schuiven op het Matenpark. Dit park ligt binnen de Gaarde en is een populaire hangplek voor jongeren. De verschillende generaties botsen hier met elkaar. ‘’Voor kinderen zijn er speeltuinen, maar voor jongeren is er geen aparte locatie. Ze willen gewoon gezellig ergens met vrienden kunnen zitten”, aldus Ebu Aslan, jongerenmedewerker Don Bosco. Voor de jongeren is het Matenpark een plek om elkaar te ontmoeten. Zo zegt een jongere ‘’Ze zien ons meteen als hangjongeren, terwijl wij gewoon willen chillen.’’ Andere bewoners geven echter aan zich onveilig te voelen als ze langs een groepje lopen. Ook zouden ze overlast ervaren van de jongeren.

 

Al langere tijd klinken er signalen dat bewoners overlast ervaren. In 2023 werd er maar liefst honderdvijftig keer melding gedaan van overlast. In 2024 waren dit honderdtien meldingen. Het aantal meldingen lijkt dus te verminderen, maar in vergelijking met andere wijken in de Maten is het nog steeds aanzienlijk hoog. Zo laten politiestatistieken zien dat er in 2024 maar vijfenveertig meldingen van overlast werden gedaan in de Matenhorst. Ook in andere buurten in de wijk bleef het aantal meldingen rond de vijftig. De Matengaarde lijkt dus een hotspot voor overlast.

 

Onderzoek van de Erasmus Universiteit (Demiryürek) wijst op een bredere trend. Individualisering zorgt er voor dat bewoners elkaar minder spreken en elkaar daardoor minder begrijpen. Er wordt verwacht dat de politie dit probleem oplost, maar ook zij kunnen niet altijd iets doen. Ondertussen zijn er steeds meer gezinnen met tweeverdieners. Ouders krijgen minder mee van hun kinderen, doordat ze vaker van huis zijn.  Maar ook het contact met de buurt wordt daardoor minder. Zo zegt bewoner Christa Brouwer: ‘’Bijna iedereen, waaronder ik zelf, is tegenwoordig fulltime aan het werk, hierdoor spreek ik mijn buren minder.’’

Onderzoek van het CBS wijst uit dat burencontact echter een belangrijke bouwsteen is voor een goede sociale cohesie. Juist in een wijk, zoals de Matengaarde is deze sociale cohesie belangrijk. Het wegvallen van deze cohesie zorgt er voor dat bewoners elkaar minder aan durven te spreken en elkaar niet meer corrigeren. Ook zorgt het onbekende voor wantrouwen. ‘’Als je een groepje jongeren ziet staan die je kent, voel je, je minder snel onveilig’’, aldus Nathalie Klomp, gebiedsmanager. Volgens Ruud Winters van genootschap Odd Fellows zou dit probleem ook te wijten zijn aan de polarisatie in Nederland. ‘’Dit mondt uit in onverdraagzaamheid. Mensen verplaatsen zich niet meer in anderen.’’

 

De gemeente Apeldoorn ziet een oplossing voor deze spanningen in de Gaarde. Door middel van projecten, activiteiten en samenwerkingen willen ze bewoners en jongeren verbinden. Zo werkt de gemeente samen met verschillende instanties, zoals Don Bosco, Odd Fellows, Stimenz, de Drie Ranken en de Heemhof. Samen zoeken ze naar passende activiteiten, zoals een koffiebus om een kopje koffie te drinken en elkaar te ontmoeten. Door elkaar te leren kennen, zouden de verschillende groepen elkaar beter begrijpen en bewoners zouden zich hierdoor veiliger moeten voelen. Volgens de gebiedsmanager zorgen gesprekken tussen bewoners en jongeren voor wederzijds begrip. ‘’Jongeren leren langzamer langs een bewoner te rijden met hun fatbike, zodat zij zich niet onveilig voelt.’’ Ebu Aslan belicht de andere kant. ‘’Sommige buurtbewoners vinden het niet prettig als ze groepjes jongeren zien staan. Door middel van een praatje leren ze deze jongeren kennen en komen ze er achter dat ze zich niet onveilig hoeven te voelen.’’ Volgens Aslan kleeft er een onnodig stigma aan het woord ‘hangjongeren’, dat vaak onterecht angst oproept.

 

Naast het verbinden van jongeren en bewoners, wil de gemeente ook speciale plekken inrichten voor jongeren. De Maten is vooral ingericht op gezinnen en jonge kinderen. Er zijn veel speeltuinen, maar plekken voor jongeren ontbreken. Hierdoor ontmoeten jongeren elkaar op plekken die niet bedoeld zijn voor jongeren, zoals speeltuinen op basisscholen. Het uiteindelijke doel van de projecten? Meer begrip kweken, zodat het gevoel van onveiligheid afneemt.

 

Het plan om jongeren en bewoners te verbinden klinkt mooi, maar is volgens Nathalie Klomp wel wat idealistisch. Zo zou wederzijds begrip niet direct zorgen voor een veiliger gevoel. Ook waarschuwt ze dat het te zwart-wit is om te stellen dat een goede sociale cohesie zorgt voor een gevoel van veiligheidl. Praktische obstakels maken het nog lastiger. Ebu Aslan ziet dat verschillen tussen generaties een struikelblok vormen. ‘’Jongeren willen hip-hop luisteren, oudere bewoners kiezen voor jazz.’’ Deze verschillende interesses maken het lastig om geschikte gezamenlijke activiteiten te bedenken. Ondertussen hopen de bewoners er vaak op dat de politie ingrijpt bij overlast. ‘’Er is in principe niks mis met hangen’’, benadrukt Aslan. Waardoor agenten machteloos zijn als er geen strafbare feiten worden gepleegd. Het risico is dat het plan strandt als niet iedereen meewerkt. Zo benoemt Ruud Winters dat het voor veel mensen een uitdaging is om empathie te ontwikkelen voor elkaars standpunten, wat volgens hem wel nodig is om dit plan te laten slagen.

 

Door jongeren en bewoners te verbinden wordt het onbekende vertrouwd en minder bedreigend. Dit kan het veiligheidsgevoel verbeteren. ’Een oudere man haalt met kerst altijd wat lekkers en brengt het naar de jongeren in Don Bosco. De jongeren noemen hem nu opa en helpen hem graag een handje als ze hem tegenkomen op straat.’’ Dit laat zien dat het twee kanten op werkt. Begrip groeit zo aan beide kanten. De koffiebus en speciale hangplekken voor jongeren zijn nog maar het begin, maar ze laten zien dat kleine veranderingen al een verschil kunnen maken.