Textielbaronnen en socialistische druk: de geboorte van de unieke Enschedese wijk Pathmos
Leegstaande onbewoonbare huizen met dichtgetimmerde ramen: in Pathmos zijn de sporen van de overvloedige regen van afgelopen zomer nog altijd zichtbaar. Het ziet er groezelig uit. Een schril contrast met de wijk zoals die ooit bedoeld was: als een baken van optimisme en vooruitgang voor de arbeiders van Enschede.
Enschede, 1914. Schoorstenen van de textielfabrieken stoten onafgebroken zwarte wolken uit. De stad ademt textiel. Enschede – en Twente – zijn het centrum van de textiel in Nederland en Europa. De arbeiders leven en werken in slechte omstandigheden.
Unieke architectuur
Daar moet wat aan gebeuren, vinden enkele textielbaronnen onder druk van de socialisten die het opnamen voor de arbeiders. Van Heek is de belangrijkste, hij heeft het idee voor de bouw van een nieuwe wijk die Pathmos moet gaan heten. De wijk moet zich kenmerken door unieke architectuur.
Enschede, 2024. Paul Snellink (71) is beheerder van de facebookpagina Enschede Toen en Nu. Hij bracht zijn hele jeugd door in Pathmos, tot 1977. „Als kind vond ik het huis geweldig groot, maar eigenlijk is het allemaal erg klein”, constateerde hij toen hij terug in de wijk van zijn jeugd. „Ik denk nog steeds terug aan die goede tijd, toen alles nog mooi was.”
Want, zo stelt hij vast, er is veel veranderd.
Toen Snellink in Pathmos woonde, was de textielindustrie nog dominant aanwezig. „Om half acht ’s ochtends hoorde je de fabriekspijp. Dat geluid kwam van diverse textielfabrieken rondom de wijk. Het betekende dat de ploeg in de fabriek moest beginnen, maar voor mij was het een wekker, want ik moest naar school.” De fluit verdween na jaren, toen het stoomtijdperk ophield.
Volgens Snellink werd de bouw van Pathmos goed uitgedacht. Hoe kon je bijvoorbeeld bouwmaterialen zo makkelijk mogelijk vervoeren? Daarvoor bedachten ze een treintje als transportmiddel; voor veel Enschedeërs een stukje nostalgie. Ook werd er nagedacht over gezondheid en hygiëne.
Dat was sterk nodig, want de leefomstandigheden in Enschede waren ongezond. „Er hing een grijze grauwsluier boven de stad. De uitlaatgassen van de fabrieken hingen in de lucht en sloten en beken werden als afvoerputten gebruikt. Het was ongezond.” Er moest vooruitgang worden geboekt.
Engels Tuindorp
De bouw van Pathmos werd gebaseerd op een Engels Tuindorp, met smalle straatjes en rijtjeshuizen. Dat is een type woonwijk dat in het begin van de 20ste eeuw in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan. De bedoeling was om een gezondere en meer evenwichtige woonomgeving te creëren. Er was ook veel groen in die begintijd. Daar is tegenwoordig niet veel van over.
Er moesten sociale, economische en culturele voorzieningen komen, waardoor de wijk zelfstandig kon functioneren. Tot de basisvoorzieningen in Pathmos behoorden onder andere basisscholen en winkels. Jaren later kwam er een wijkcentrum. De bewoners moesten binnen de wijk kunnen voorzien in hun basisbehoeften, zonder sterk afhankelijk te zijn van omliggende wijken of stadscentra.
De kraan moest dicht
Pathmos werd een wijk met veel voorzieningen. Zo werden er badhuizen en zwembaden gebouwd. „Ik kreeg een kwartje van mijn moeder en ik mocht naar het badhuis. Ik stond echt net onder de douche en toen werd er heel hard op de deur geklopt. De kraan moest dicht, want ik stond er te lang onder.” Van de voorzieningen is weinig over.
Nog zoiets. Pathmos typeerde zich volgens Snellink door de vele winkels. „Op iedere hoek van de straat kon je je boodschappen halen.” Er zat bijvoorbeeld een bakker, een slager, een kruidenier en een groenteboer. Het was een hele levendige wijk, herinnert Snellink zich.
„Die ondernemingen veranderden na een aantal jaar in woonhuizen, omdat er een supermarkt opende, Simon de Wit, in de wijk. Die was veel goedkoper dan al die kleine winkeltjes.” Het betekende het begin van het einde voor de kleine ondernemers. Ook het badhuis sloot zijn deuren. Het is tegenwoordig een gymzaal.
Tuintjes
Pathmos ziet er niet meer hetzelfde uit als vroeger. De karakteristieke woningen werden diverse keren gerenoveerd. „Alle voortuintjes in Pathmos hadden vroeger een heg. Toen het treintje uit de wijk verdween werden ook de rails weggehaald. Daar zaten bielzen onder en die werden om de tuintjes heen gelegd. Het werd een ‘spoorbielzentuin’ genoemd.”
Die tuinen werden op een gegeven moment niet meer onderhouden. „Het werd een rotzooi.” In 1982 vond er weer een renovatie plaats waarbij alle spoorbielzen werden ingeleverd, de bewoners kregen een hek. Snellink: „Het werd een stuk netter qua aanzien.”
Monumentaal
Inmiddels wordt de architectonische waarde van de wijk door iedereen gezien en erkend. Pathmos is een monumentale wijk. Maar niet iedereen is daar gelukkig mee, blijkt als je met wijkbewoners spreekt. Want bij monumentale panden mogen de typerende en historische elementen van het pand, zoals gevels, kozijnen, dakconstructies en ornamenten niet zonder vergunning worden aangepast.
Snellink, als oud-Pathmosbewoner, vindt de oude monumentale staat van de woningen wel mooi. Er hebben meerdere renovaties plaatsgevonden in de wijk, maar het aanzicht zal altijd hetzelfde blijven, stelt hij tevreden vast. „Ik geniet nog steeds van de huizen, want die veranderen niet.”
IN EEN KADER:
Waar komt die curieuze naam eigenlijk vandaan?
In 1913 had het bestuur van textielbedrijf Van Heek & Co, onder leiding van fabrikant Jan Herman van Heek, een terrein gekocht gelegen tussen de Haaksbergerstraat, de Dennenweg en de Usselerweg. Het gebied was groot genoeg voor de realisatie van enkele honderden arbeiderswoningen. De wijk kreeg de naam ‘Pathmos’. Waar komt die naam eigenlijk vandaan? “Textielbaron van Heek had een buitenhuis aan de Haaksbergerstraat in Enschede. Het gerucht is, dat wanneer de heer van Heek naar zijn huis ging, hij riep: ‘ik ga naar mijn Pathmos!’”, vertelt Snellink. Deze naam had hij afgeleid van het Griekse eiland ‘Patmos’. De ‘h’ kwam ertussen, omdat deze letter zijn naam vertegenwoordigde.
Recente reacties