Terwijl de Drie Maagden wegkijken, ziet Harrie het bijna misgaan

Keiharde toeters schellen door de ochtendlucht. Net als het gezoem van fatbikes en het snerpende gepiep van remblokken, die met hangen en wurgen hun auto tot stilstand laten komen. Ook de ene na de andere scheldpartij rolt over het asfalt. Aan de rand van die dagelijkse chaos staat Harrie Kars (68), als vaste toeschouwer van de Drie Maagdenrotonde in Apeldoorn De Maten. Voor hem is het dagelijkse kost: een symfonie van haast en ongeduld, een bron van ergernis voor alle weggebruikers. Op deze draaikolk van verkeer voelt een simpele rit als een verkeersexamen, een die elke dag opnieuw moet worden gehaald.
Het is een wat vreemd gezicht. De een ligt op haar rug, de ander op haar buik en weer een ander op haar zij. De Drie Maagden, een kunstwerk midden op de drukste rotonde in Apeldoorn De Maten, trekt de aandacht. Een Mariaverering zelfs, gecreëerd door kunstenares Elisabeth Stienstra. Als je niet beter zou weten, zouden de drie beelden ook verongelukte weggebruikers kunnen voorstellen. Want een verering van de verkeersveiligheid, zo zou ik deze rotonde zeker niet omschrijven.
Als de morgenzon rond de klok van 8.00 uur al lang en breed zijn licht schijnt op de Drie Maagden, worden deze meer en meer omsingeld door vrachtwagens, bussen, auto’s, fietsers en voetgangers. Ik ben net wakker en klaar om het verkeersinfarct weer van dichtbij te bekijken. Dit doe ik iedere dag trouw. Niet omdat ik zo graag als ramptoerist vooraan wil staan. Maar mijn hondjes, Duke en Caddy, moeten toch echt even naar buiten.
Om 8.15 uur wordt de rotonde voller en komt het begin van de werk- of schooldag dichterbij. Daardoor wordt de weggebruiker ongeduldiger. Een rode Kia Picanto die net iets te hard remt om een sliert fietsende schoolkinderen voorrang te geven, wordt bestraft met een felle toeter. Toch heb ik het nóg meer te doen met de moeder die achter haar kroost fietst.
Probeer maar eens zonder kleerscheuren driekwart rond te gaan. Hand uitsteken naar rechts, kinderen in de gaten houden, hand uitsteken naar links. Geen vuiltje aan de lucht, maar dan? Dan is het doodsangsten uitstaan voor tuig op een fatbike dat onterecht voorlangs kruist, ‘Geeft niks lieverd, fiets maar door!’ roepen tegen de schrik van haar jongste dochter en ondertussen op het nippertje wat scheldwoorden inslikken. Ze zijn er bijna, maar nog niet helemaal. Eerst met de nog altijd uitgestoken linkerhand een wegwerpgebaar maken naar een toeterend bestelbusje dat dacht voorrang te hebben, ‘En nu naar rechts, Levi!’ roepen naar haar zoon, hand uitsteken naar rechts en dan afslaan. ‘Goedzo, jongens!’
Gek genoeg zijn het juist de fietsers zoals zij die, min of meer, orde scheppen in de verkeerschaos. Op die ene asociale fatbiker na zie ik iedere fietser zijn hand uitsteken. Liever veiligheid in het achterhoofd dan straateczeem op je voorhoofd, zullen ze wel denken. Ruim van tevoren steken ze hun vinger, vingers of hele handpalm de goede richting op. Veel automobilisten pikken dat op. Vooral onberekenbare schoolkinderen krijgen alle tijd van de Skoda’s, Seats en Renaults, die vlak daarvoor nog met een rotvaart aan kwamen rijden. Op het veilige trottoir werp ik een korte blik op de situatie, om vervolgens een net zo kort advies te geven. Je hebt gewoon vier paar ogen nodig.

Toch is er nog een ander gevaar. Automobilisten weten zelf dondersgoed welke kant ze op moeten, maar ze laten dat niet altijd weten aan de rest van het verkeer. Glaszetter Kieskamp moet flink in de ankers als hij net op tijd een fietsende, bejaarde man uit zijn ooghoek voorlangs ziet kruisen. Gelukkig is alles nog heel: de man, zijn fiets en het busje. De grote ruiten achterop de aanhanger trillen, maar vervolgen hun route zonder ook maar een haarscheurtje. Het rechter knipperlicht? Nee, dat stond niet aan. Kun je het je voorstellen? In de ochtend begint het gezeik en dan, rond een uur of vijf, krijg je precies hetzelfde nog een keer. Gelukkig is de volgende busjesbestuurder een stuk voorzichtiger. Uiteraard geeft deze medewerker van Care Full wél de richting aan.
Ik hoop dat mijn rondjes om een stuk rustgevender worden in de nabije toekomst. Ik heb er goede hoop op dat als alle wegwerkzaamheden in De Maten zijn afgerond, veel mensen de gevaarlijke rotonde weer gaan mijden. Toch zal er altijd wel wat drukte zijn. Als je hier langsgaat, pak je een sluiproute voor de A50 en de A1. Die mensen zijn echt niet zomaar weg te krijgen. Is een kruispunt dan een oplossing? Dan stoppen die krengen van auto’s tenminste. Misschien scheelt het een handvol fietsdoden per jaar. Even sleep ik bedenkelijk met mijn linker Croc over de stoeptegels. Nee, een kruispunt gaat ‘m niet worden. Als er hier straks geen vuiltje meer aan de lucht is, dan wordt het hier nog veel drukker. Knooppunt De Drie Maagden, daar zit ik niet op te wachten, laat staan de weggebruikers. Maar veiliger? Ja, misschien wel.
De rampenrotonde lijkt voorlopig nog niet uit zijn lijden te worden verlost. De weg naar een veiliger alternatief is simpelweg nog niet gevonden. Tot die tijd zijn degenen die de rotonde trotseren vooral op hun eigen vaardigheden aangewezen. De tekst ‘geven en nemen’ past nog wel aan alle drie de zijden op de rotonde, in koeienletters zelfs. Desnoods ga ik er zelf staan met een bordje. En de vier paar ogen die ik iedere weggebruiker gun, zijn snel te vinden. Het zou fijn zijn als de Drie Maagden in het vervolg zullen toekijken. Ze kunnen het werk mooi verdelen: iedere Maagd mag bij elke zijde van de rotonde gaan posten.
Recente reacties