‘Niks is zo verbindend als dit’

18:35 uur

Daar zijn we dan, aangekomen in Raalte. De zon hangt laag aan de hemel, alsof ze ons een warm welkom wil geven terwijl wij richting de Stöppelkatersloods lopen. We zijn nieuwsgierig, een beetje nerveus misschien. Wat gaan we aantreffen? Wie zullen we spreken? Het voelt alsof we een onbekende wereld binnenstappen, spannend, maar ook oprecht interessant.

18:57 uur

Voor de loods zien we twee mensen staan. We twijfelen even of we op ze af moeten stappen, maar ze hebben ons al gezien. Eén van hen, een vrouw met een open blik en een brede glimlach, loopt op ons af. Ze blijkt Lisa Ruiter te zijn, bestuurslid van het festival. Al snel raken we in gesprek, en we merken hoe haar ogen gaan glinsteren zodra we vertellen waarvoor we komen. “Wij zijn als groepje ontzettend benieuwd naar hoe de voorbereidingen verlopen voor het festival. Daarnaast hebben we gehoord dat er enorm veel vrijwilligers meewerken aan de organisatie.”

Lisa lacht en knikt. “Er werken inderdaad heel veel mensen mee aan Ribs & Blues, maar het voelt hier bijna niet als werken,” zegt ze. “Zullen we anders even binnenkijken waar de mannen bezig zijn?”

19:03 uur

We voelen ons welkom, en zonder aarzelen lopen we met haar mee. De geur van vers hout en een vleugje stof komt ons tegemoet als we de loods binnenstappen. Het is geen gewone werkruimte; dit is een plek die ademt. Overal om ons heen liggen houten planken, en aan de muren hangen logo’s van eerdere feesten: carnaval en Stöppelhaene. Het is alsof het verleden hier letterlijk aan de muren kleeft. Lisa kijkt even om zich heen en zegt: “Hier komt echt dat verenigingsgevoel samen. Iedereen helpt graag mee aan de op- en afbouw van deze evenementen.”

We zijn onder de indruk van hoe alles in elkaar grijpt. Zodra carnaval voorbij is, begint de opbouw van Ribs & Blues, en na dat festival is het alweer tijd voor Stöppelhaene. Het lijkt wel een eindeloze stroom van samenwerking en toewijding. Lisa zegt: “Op deze manier blijven we echt een hecht clubje en hebben we het vooral heel gezellig samen.”

19:16 uur

Dan kijkt ze op haar horloge. “Ik heb zo een vergadering, maar ik draag jullie graag over aan Jan Doppen. Hij zit aan de PR-kant van het festival en weet veel.” Ze glimlacht nog één keer en vertrekt. Al snel zien we Jan. “Ik hoorde dat jullie mij willen spreken?” zegt hij, en we stellen onszelf voor. We leggen uit dat we onderzoek doen naar hoe het is om te leven in Raalte. Wat betekent verbondenheid hier echt? En waarom lijkt dat bij dit festival zo sterk aanwezig?

Jan knikt bedachtzaam. We lopen een stukje met hem mee, langs timmerende mannen en potten verf. De geur van verbrand hout en natte verf mengt zich met de warmte van de loods. “Goed uitkijken, hè!” roept iemand met een kwinkslag. We lachen kort. Deze plek leeft echt.

 

 

19:24 uur

We stappen een klein kroegje binnen dat aan de loods grenst. Het is donker, maar gezellig, met een toog en foto’s aan de muur. “Ik ben meer dan tien jaar geleden begonnen bij het bluesfestival,” vertelt Jan. “En na een tijdje ben ik me ook gaan bezighouden met de vormgeving en programmering.”

Zijn ogen stralen terwijl hij verder praat. “Ik doe dit niet voor niets al veertien jaar. Het is gewoon een ontzettend gezellige club.” We voelen het: dit gaat verder dan vrijwilligerswerk. Dit is vriendschap, verbondenheid, misschien zelfs een soort familie.

19:32 uur

“Grotere verbondenheid dan hier is er niet,” zegt hij. “Hier bij de Stöppelkaters zit echt de harde kern.” Hij vertelt hoe mensen uit meerdere generaties zich inzetten voor het festival. “Achter de bar staan mensen van achttien tot tachtig. Iedereen draagt zijn steentje bij. En dat geeft mensen een goed gevoel.”

We krijgen een krantje van hem in onze handen gedrukt waarin het festival wordt gepromoot. We bedanken hem en lopen weer de loods in. De geur van vuur, verf en zweet is nu nog sterker. Er zijn meer mensen bijgekomen. Sommigen werken, anderen lachen en praten met een biertje in de hand. De sfeer is warm en gemoedelijk. Je voelt het: hier heerst iets bijzonders.

19:40 uur

Volgens Jan moeten we zeker ook Stefan spreken. We vinden hem tussen de houten planken. Hij straalt energie en trots uit. “Ik begon hier als jochie, planken tillen,” vertelt hij, “en nu mag ik de grotere en verantwoordelijke taken op mij nemen.”

Hij lacht breed als hij vertelt: “Wij zijn hier zo hecht met z’n allen. Mijn vader en moeder helpen ook mee. En straks komen er nog wat anderen, die niet meewerken maar gewoon voor de gezelligheid een biertje komen drinken.” Zijn ogen twinkelen bij die gedachte.

19:50

Want dat is wat deze plek uitstraalt. Het is niet zomaar een loods. Het is een plek van saamhorigheid, waar vriendschappen groeien en herinneringen ontstaan. Heel het jaar wordt hier gezwoegd aan iets wat groter is dan henzelf: een feest voor het hele dorp. “Een ankerpunt in de gemeenschap.”

We kijken elkaar aan en weten dat het een goed idee was om langs te gaan. We lopen langzaam terug naar het terrein. De geur van rook zit in onze kleding, maar we dragen meer mee dan alleen dat.

20:24 uur

De trein wacht. Tijd om te gaan. Maar het gevoel dat we hier iets bijzonders hebben gezien, dat blijft nog lang bij ons hangen.