Jongere generatie blijft geïnteresseerd in het verleden van Ommen
In het Historisch Museum Ommen is al een tijdje een tentoonstelling te zien over Kamp Erika, het werkkamp dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in de bossen bij Ommen lag. Hoewel het inmiddels al meer dan tachtig jaar geleden is, blijkt dat de jongere generatie nog steeds belangstelling heeft voor deze beladen geschiedenis.
Harold Dokter, van het Historisch Museum Ommen waar de tentoonstelling te zien is, merkt dat vooral bij schoolgroepen. “Kinderen uit groep 7 en 8 hebben op school een project over de Tweede Wereldoorlog. Dan komen ze hier langs voor een rondleiding,” vertelt hij. “Een van onze vrijwilligers vertelt er dan over; die weet er nog veel meer van dan ik, haha.”
Kamp Erika werd in 1941 opgericht als straf- en werkkamp voor Nederlanders die door de Duitse bezetter waren veroordeeld. Het kamp stond berucht om de harde straffen en de mishandelingen die er plaatsvonden. Bijzonder aan dit kamp was dat de bewakers bijna allemaal Nederlanders waren. Veelal waren het werklozen uit het westen van het land. “Zij zagen deze baan vooral als een manier om geld te verdienen. En blijkbaar beviel het ze, anders houd je dat niet zo lang vol,” vertelt Harold.
De schooljeugd wordt vooraf vaak in twee groepen verdeeld. De ene groep start in het museum, de andere met een presentatie waarin meer wordt verteld over Ommen in de Tweede Wereldoorlog. In het museum, bij de tentoonstelling, wordt een video afgespeeld met de tijdlijn van Kamp Erika. Ook is er een 3D-model van het kamp te zien, evenals een plattegrond van zowel de oorspronkelijke als de huidige situatie.
In de tentoonstelling is ook nog een deel van een oude barak te zien, waarin gevangenen hebben geslapen. Deze heeft na de oorlog lange tijd bij mensen in de tuin gestaan, als woonhuis. Uiteindelijk is de barak naar het museum in Ommen verhuisd. Achter het muurtje hangen posters van een ex-gevangene die tekenaar was. Dat is bewust zo gedaan. “Achter dat muurtje hangen posters en foto’s van hoe deze gevangene het kamp heeft ervaren. Dat kan door kinderen als confronterend worden ervaren,” zegt Dokter.
Volgens hem gaan jongeren van nu anders met het oorlogsverleden om dan eerdere generaties. “Je merkt dat ze durven vragen te stellen. Vroeger werd er minder over gepraat, waarschijnlijk omdat het voor de generaties vóór hen te confronterend was.”
Soms komen er ook jongeren die vermoeden dat hun familie een band heeft met het kamp. “Er zijn bezoekers die denken dat hun ouders hier hebben gezeten,” vertelt Dokter. Er is online een zoekfunctie waarmee je kunt nagaan of familieleden hier inderdaad hebben gezeten. Maar volgens Dokter zijn lang niet alle namen duidelijk in beeld.
Een bijzonder object in de tentoonstelling is een houten knuppel die werd gebruikt door de beruchte ondercommandant Diepgrond. De gebruikssporen zijn nog goed zichtbaar, vertelt Dokter. “Als je er met een uv-licht op schijnt, zie je de geschiedenis er letterlijk nog op zitten.”
“De gevangenen in Kamp Erika werden enorm mishandeld. Het is belangrijk dat ook jongeren die kant van de geschiedenis blijven zien.”
De tentoonstelling heeft een permanente plek in het museum in Ommen.

Recente reacties