“Je kan echt wat betekenen voor de mensen”

Hoe een wijkboerderij in Baalder een verstandelijk beperkte jongen uit zijn isolement haalde en een hele buurt samenbracht

Bij de eerste zonnestralen van de dag, om klokslag acht uur, staat Yannick klaar bij de deuren van wijkboerderij Baalder. Zijn zwart-rode overall zit al onder de modder, de laarzen klotsen nog wat na van de vorige regenbui. Maar zijn gezicht straalt. “Ik werk hier echt, hè,” zegt hij trots, terwijl hij een bak brokken vult voor de geiten. “Niet zomaar een beetje helpen, maar echt werken.”

Yannick is verstandelijk beperkt. Hij vindt het soms moeilijk om zich te uiten, en in het verleden voelde hij zich vaak onbegrepen. “Op school was het druk. Te veel geluid, te veel mensen. Dat vond ik lastig”, vertelt hij met een schouderophaal. “Ik deed wel mee, maar eigenlijk ook niet.” Hij heeft het over een tijd waarin hij nauwelijks contact had met leeftijdsgenoten buiten zijn gezin. “Ik voelde me vaak alleen.”

Tot hij op zijn zeventiende via een stage bij een hoveniersbedrijf terechtkwam op de wijkboerderij in Baalder. Het was Richard van Dijk, initiatiefnemer en drijvende kracht achter de boerderij, die hem onder zijn hoede nam. “Yannick kwam binnen als stagiair,” vertelt Richard, terwijl hij zijn handen droogwrijft aan een doekje. “Hij wist van aanpakken, maar vooral: hij wilde ergens bij horen. Niet zomaar opvulling zijn, maar een schakel in het geheel.”

De wijkboerderij is ontstaan uit een samenwerking tussen de Baalderborg Zorggroep, het toenmalige Groene Welle en de wijkvereniging Baalder. “In 2008 zijn we begonnen,” vertelt Richard. “Het pand stond leeg, de wijkvereniging lag op z’n gat, en we dachten: als we het samen doen, kunnen we het draaiende krijgen.”

‘Het samen doen’ is hier letterlijk te nemen. De dieren worden verzorgd door mensen met een verstandelijke beperking, zoals Yannick. Zij voeren de kippen, maaien het gras, maken hokken schoon en zorgen dat de boerderij er tiptop uitziet. En als de wijkvereniging ’s avonds een dartavond organiseert? “Dan zetten wij de stoelen klaar, hangen we de dartborden op en zorgen we dat alles netjes is,” zegt Yannick. “Zij doen hun spel, wij doen ons werk.”

Wat opvalt is hoe serieus hij zijn taak neemt. “De tafels, die moeten goed staan,” zegt hij, terwijl hij met een goedkeurende blik langs de houten tafels loopt. “En ik help ook wel met de koffie soms.” Zijn blik verdwaalt even in de verte. “Ik ben blij als mensen blij zijn.”

Richard glimlacht als hij dat hoort. “Yannick is een van de mensen die het kloppend hart van deze plek vormt”, zegt hij. “Hij is zichtbaar, aanspreekbaar en van waarde. Dat is zo belangrijk voor hem, maar ook voor de wijk.”

Want wat begon als een dagbestedingsplek voor mensen met een beperking, groeide uit tot een ontmoetingsplek voor de hele buurt. “Er komen mensen langs met kinderen, ouderen met vragen, mensen met schulden,” vertelt Richard. “Ik weet de weg naar het sociaal wijkteam, dus ik verbind. Maar het zijn jongens als Yannick die dit een plek maken waar mensen graag komen.”

Het is juist die onderlinge verwevenheid die de kracht van de boerderij vormt. “Je hebt hier niet het idee dat je ergens speciaal voor moet worden uitgenodigd. Je bent er gewoon. En Yannick is daar een prachtig voorbeeld van,” zegt Richard. “Hij ís de boerderij.”

Toch ging dat niet zonder hobbels. In het begin was het lastig voor Yannick om zijn draai te vinden. “Soms was het druk. Te veel mensen in één keer. Dan trok hij zich terug,” vertelt Richard zijn blik afdwaalt naar de felle dweiltechniek van Yannick. “Maar nu? Nu is hij degene die als eerste de deur opent.”

Yannick zelf praat er luchtig over. “Soms is het wel moeilijk, ja. Niet alles gaat goed. Maar ik heb mensen hier. Ik voel me hier fijn.” Zijn witte gebit wordt zichtbaar door de brede glimlach die hij vertoont wanneer de vraag wordt gesteld wat hij het mooiste vindt aan zijn werk: “Ik kan helpen. Dat ik iets doe voor anderen.”

Dat gevoel van betekenisvol zijn is precies waar het om draait, zegt Richard. “Verstandelijk beperkten worden vaak in hokjes geplaatst. Dagbesteding. Begeleid werk. Maar hier zijn ze onderdeel van het geheel. Ze draaien mee, ze dragen bij. En daardoor ontstaat er verbinding.”

Die verbinding is zichtbaar. Wanneer Yannick op een woensdagmiddag de groen-rood-witte borden klaarzet voor de dartavond: “Dag Yannick, weer hard aan het werk?” roept Richard. Hij knikt breed. “Straks weer pijltjes gooien,” zegt hij, terwijl hij de bakjes met pijlen nog een keer controleert. Richard glimlacht.

Het lijkt een klein moment, maar voor Yannick betekent het alles. Een teken dat hij gezien wordt. Dat hij ertoe doet. En hij is niet de enige. “We hebben meerdere mensen zoals Yannick hier gehad,” zegt Richard. “Sommigen zijn doorgestroomd, anderen zijn gebleven. Maar ze hebben allemaal iets bijgedragen aan deze plek en deze plek aan hen.”

Toch is het geen vanzelfsprekendheid. De samenwerking met het onderwijsinstituut is inmiddels stopgezet wegens leerlingentekort, en het vinden van vrijwilligers blijft lastig. “We houden het draaiende met een klein team,” zegt Richard. “Maar het is de moeite waard. Voor de wijk, voor de mensen. Voor Yannick.”

Als de zon ondergaat boven Baalder, is Yannick bezig met de laatste bruine koffievlekken van de tafel halen. Hij veegt het pad schoon, zet de planten recht in de tuin. Hij zingt zachtjes voor zich uit. De rode accenten op zijn zwarte overall lichten op in het avondlicht. “Ja, ik ben blij hier,” zegt hij nog één keer. En dat is voelbaar.

In een tijd waarin inclusie vaak een abstract begrip blijft, laat deze wijkboerderij zien wat het werkelijk kan betekenen: een plek waar iedereen meetelt. Waar werk geen therapie is, maar verantwoordelijkheid. Waar een verstandelijk beperkte jongen uit zijn schulp kruipt en zichtbaar wordt. Voor zichzelf én voor zijn buurt.