Initiatiefnemer Nelleke van Twist zoekt verbondenheid in Deventer door sport: “sporten verbindt elkaar”
“Alles begint hier,” wijzend naar haar borstkas. “Als je vanuit het kleine begint, geloof ik dat het een olievlek wordt en zichzelf verspreidt.” Nelleke van Twist (48) begon twee jaar geleden met het organiseren van een jaarlijks buurtfeest. Sindsdien geeft ze wekelijks bootcamps aan haar wijkgenoten met het doel de inwoners van de wijk te verbinden.
Op de vraag of ze bepaalde contacten met de buurt miste, reageert ze aarzelend terwijl ze een bakje koffie op tafel voor me neerzet. Met haar ervaring in de thuiszorg kwam ze erachter hoe groot de eenzaamheid is onder mensen, jong en oud: “Het is zo triest dat er een iemand verpietert in huis, terwijl de buren een huis verderop zo druk zijn met hun eigen tuintje en hun perfecte keuken.”
Zelf weet Nelleke hoe fijn het kan zijn om mensen naast je te hebben staan. Tijdens haar scheiding en de opvoeding van haar zoon werd ze door anderen veel geholpen: “Je krijgt af en toe wel het gevoel alsof je er alleen voor staat.” Nelleke kwam ook dichter tot haar buren omdat ze dezelfde vervelende situaties meemaakten: “Dat leidt ertoe dat je elkaar vaker gaat zien. Veiligheid kun je verkrijgen door elkaar op te zoeken en te steunen.”

Nelleke begon haar missie voor een socialere buurt met het organiseren van bootcamps: “We sporten eigenlijk altijd hier,” zegt ze, terwijl ze uit haar raam wijst. Daar ligt een klein, groen grasveld zoals velen in Nederland. “Ik ben naar de gemeente toegegaan en ik heb mijn verhaal uitgelegd. Ik heb vrij snel daarna een subsidie gekregen en kon ik de eerste spullen kopen.” Nelleke begon met het ophangen van flyers en het aanspreken van haar eigen netwerk.
Elke week staan er een aantal mensen klaar om te sporten: “Ik heb nu een vast clubje van tussen de zes en acht personen. Ik had het liefst vijftien personen gehad, maar dat kan ook over twee jaar.” Hoewel ze zelf sportinstructrice is geweest, vliegt ze deze lessen anders aan. Nelleke: “Ik denk dat het sporten in het begin ook best afschrikkend kan werken, helemaal voor mensen voor wie sporten niet in het systeem zit.” Zo heeft Nelleke verschillende manieren gevonden om de bootcamps laagdrempelig te houden: “Dan had ik een aantal moeders vanuit de flat die meededen, en dan namen ze allemaal hun babyfoon mee naar beneden, zodat ze toch konden sporten.” De eerste reacties waren daarom ook positief, vertelt Nelleke met enthousiasme: “Ik voelde wel dat het echt gewaardeerd werd wat ik deed en dat dit project bestond.”
Een kartrekker wordt vaak gezien als iemand die een project of proces vooruit duwt; een informele leider die verantwoordelijkheid neemt, de voortgang stuwt en resultaatgericht is. Nelleke heeft moeite om die definitie op zichzelf te plakken: “Ik zie mezelf niet als kartrekker voor de hele buurt. Er zijn ook genoeg andere mensen die doen wat ik doe. Wel probeer ik hetgeen wat ik hier in de wijk heb neergezet naar een hoger platform te krijgen.” Volgens haar weet een goede kartrekker precies wat hij wil bereiken, en kan hij daarin zichzelf ook wegcijferen: “Het gaat niet om mij. Ik zie echt dat het helpend is voor ons allemaal.”
Nelleke is in verschillende wijken in gesprek om de bootcamp-projecten uit te breiden, waardoor ze afhankelijk wordt van andere partijen. Met het uitbreiden van de subsidies kan ze in andere wijken van start, en het geven van nieuwe lessen wordt mogelijk gedaan door een andere trainer. Nelleke: “Ik heb gewoon een fulltimebaan. Ik zou wel meer willen, maar soms kan dat gewoon niet.” Met het uitbreiden komen er volgens Nelleke ook problemen po haar pad, met name capaciteit en budgetten., waardoor sommige wijken moeten wachten: “Het liefst had ik elke wijk tegelijk gepakt, maar er zit ook een grens aan wat kan.”
Een van die projecten is in samenwerking met Sportbedrijf Deventer en Hogeschool Saxion, waarin zij kind-ouderbootcamps gaat geven: “De insteek is dat zij dan ook die verbinding tot stand willen brengen in de wijk. Alle partijen waren gelijk heel enthousiast.” Binnen het project nemen verschillende partijen andere rollen op zich, waarbij de studenten zich focussen op vooronderzoek en Nelleke zich meer richt op de trainingen.
Verschillende organisaties, zoals de Voor Elkaar-teams en de gemeente Deventer, kunnen een helpende hand bieden in de zoektocht naar uitbreiding. Laatstgenoemde is volgens Nelleke vooral in het begin erg belangrijk geweest: “Ik hoefde mijn project niet eens te verantwoorden. Ik kwam met bonnetjes van het buurtfeest aanzetten, maar die hoefden ze niet te zien. Wij werkten op basis van vertrouwen, wat ook goed was.” Wel werd het volgens Nelleke moeilijker toen ze op structurele basis dingen wilde gaan organiseren: “Een gemeentelijk apparaat kan soms best taai zijn. Dat is denk ik in elke gemeente zo.”
Voor Nelleke hoeft het project niet landelijk te worden. “Laten we het lekker in Deventer houden. Ik hoop dat er structureel één à twee projecten in elke wijk klaarliggen, die zichzelf kunnen voeden en dragen, misschien wel meer.” Op de vraag wanneer ze tevreden is met haar project, ontvouwt zich een dubbel antwoord: “Ik plof elke dinsdagavond neer op de bank, en dan ben ik tevreden. Ik denk groot, maar groot is niet altijd per se beter. Maar als ik om het hoekje kijk, wil ik het goede gevoel wat deze projecten geven, kunnen overbrengen naar zoveel mogelijk wijken in Deventer.”

Recente reacties