Het startschot klinkt

Het startschot klinkt, de deelnemers zijn onderweg voor 125 rondjes in een hal die aanvoelt als het vriesvak in een supermarkt. Maar voor de de

elnemers, is dit het moment dat de spanning stijgt tot het hoogste niveau.
Zo ook voor de 18-jarige Robbin de Jager. Voor hem is dit zijn grootste wedstrijd uit zijn carrière, het Nederlands Kampioenschap Marathonschaatsen in Thialf, natuurlijk heilige grond voor de schaatswereld. Het seizoen eindigt met deze race, al die wedstrijden in de beloftes, punten sprokkelen om mee te mogen doen aan die ene wedstrijd aan het einde van het schaatsseizoen waar je mee schaatst met ‘de grote mannen’.
De race is onderweg, iedereen kijkt naar elkaar, wie gaat proberen weg te schaatsen? Wie is gevaarlijk? Het spelletje wordt gespeeld, het publiek in een bomvol Thialf klapt zijn handen kapot voor de strijders die elke ronde weer langskomen.
Hoewel 18 jaar nog hartstikke jong is, heeft Robbin er al een flinke schaatscarrière opzitten. Bijna sinds hij kan lopen, is hij niet weg te slaan van het ijs. Hoe ouder hij werd, hoe meer hij zijn vrije tijd besteedde aan topsport, bijna alle dagen in de week wordt er wel iets geoefend, de ene dag is het kracht en uithoudingsvermogen, de andere dag is het techniek, om die kracht zo efficiënt mogelijk te kunnen gebruiken.
Uiteindelijk kreeg hij een plek bij een talententeam, waar hij de mogelijkheid kreeg om mee te doen aan trainingskampen en toegang had van trainingsfaciliteiten. Maar het team besloot zich volledig te focussen op de langebaan, en niet meer op het marathonschaatsen. Het langebaanschaatsen levert simpelweg meer geld op dan de relatief kleinere marathondiscipline. Als dat wegvalt, moet je alles zelfregelen. Dat loopt wel flink in de kosten. Vervoer, (trainings)materiaal en inschrijfkosten, het is niet niks voor een 18 jarige sporter
Dat zijn middelen die Robbin nodig heeft om zich te verbeteren. In de zomer wordt er niet geschaatst, dus dan heb je een goede fiets nodig om je inhoud op peil te houden, en ook top-off-the-bill skeelers helpen in ‘off season’, wanneer het warm is en de ijshallen stof staan te happen.
De rondjes beginnen te tellen, na een paar ontsnappingen die op niks uitlopen, zit het peloton weer bij elkaar, als en zwerm vogels dat op weg is naar het zuiden proberen ze in elkaars slipstream zo min mogelijk moeite te doen om over het ijs heen te vliegen.
Toen hij drie was kreeg hij een hartstilstand, en in groep zeven werd hij vanwege zijn rode haarkleur weggepest door een leraar. Daar kijkt de ‘Red Devil’, (zijn bijnaam) nuchter op terug. ‘Van die hartstilstand herinner hij niet veel. Het werd zwart voor zijn ogen, en ineens werd hij wakker in het ziekenhuis. Zijn ouders hebben hem daarna alles moeten vertellen.
Ook kijkt de jonge schaatser terug op dat gekke verhaal met die leraar: Dat was een hele nare en vervelende periode. Hij heeft daardoor bijna een heel schooljaar gemist, en je weet als kind eigenlijk niet echt waarom. Maar het leven gaat door, en ondanks dat het zeker zijn sporen heeft achtergelaten, moet je gewoon weer opstaan en verder gaan, zoals een topsporter dat hoort te doen.
De marathon nadert zijn ontknoping, het peloton, dat een paar vluchters met wat snelle passen heeft teruggehaald, maakt zich op voor de sprint. De laatste sprint van het seizoen, die moet gaan uitmaken wie Nederlands Kampioen Marathonschaatsen van 2025 wordt. Robbin zijn sterkste punt is het aanzetten, en snel wegrijden van het peloton, ontsnappen dus. Hij wil een poging wagen om weg te rijden. Hij probeert de schaatser voor hem via de buitenkant in te halen, maar dan: TAK! De schaatsen raken elkaar, de Red Devil raakt uit balans en glijdt met hoge snelheid de boarding in, waarna een doffe knal door het schaatsstadion gaat.
Dat het even pijn doet, dat boeit niet zoveel. Opstaan en weer doorgaan, maar zijn race is al verpest. Het peloton raast door, en is niet meer in te halen. Het altijd enthousiaste publiek in Thialf moedigt hem nog aan, beginnen net wat harder te klappen voor de gevallen schaatser, maar het mag niet meer baten. De race eindigt, het volkslied klinkt en het seizoen is voorbij. Robin baalt. Tuurlijk, hier staan is al een prestatie op zich, je kunnen meten met schaatsers die internationale titels hebben gepakt, en Olympische ervaring hebben, dat is niet niks. Maar niet kunnen laten zien wat je kan, na één klein moment van onbalans, is zuur.
De jonge schaatser kan terugkijken op een prima seizoen, zelfs met de valpartij in de laatste race. Alleen al meedoen aan het NK, was fantastisch, maar Robbin wil meer. Hij heeft een hele zomer om te blijven trainen, te blijven fietsen, skeeleren om volgend jaar weer aanwezig te zijn op het NK en dan echt een resultaat neer te zetten. Oh ja, en dan moeten er ook nog sponsors worden gevonden om dat alles te kunnen bekostigen. Het leven van een topsporter gaat niet over rozen, maar opgeven, dat nooit.
Recente reacties