“Het mooiste hondenveldje van Amersfoort” – dat Soesterkwartierders met elkaar verbindt

Vroeger maakte ik deel uit van een groter geheel. Nu ook, maar op een andere manier. Hiervoor was ik een vijver, onderdeel van het plantsoen. Vissen zwommen door mij, hengels lagen in mij uit. Nu niet meer. Nu ben ik opgedroogd. Honden rennen over mij heen, baasjes ontmoeten elkaar. Nu praten ze over koetjes en kalfjes, of ja: over honden en puppy’s.

“Hey, daar komt George aan.” In de verte loopt een golden retriever braaf naast z’n baasje. Zijn goudbruine haren wapperen in de iets ongemakkelijke harde bries. De warme zonnestralen toveren het gezicht van hond en baasje in een lichte grijns. Het is de eerste lekkere zaterdag van het jaar.

Eenmaal aangekomen bij het veldje begroet het baasje van George – witte blouse, beige broek en een donkerblauwe bodywarmer – ons vrolijk. “Het is een stuk minder druk dan vanochtend” George heeft z’n prioriteiten niet op het veldje of de andere honden gesteld. Hij gaat zitten bij een donkerblauwe scootmobiel. Daar zit Don Laseur met z’n handen al in z’n jas, zoekend naar een hondensnoepje. Hier kent iedereen Don en Don kent iedere hond.

Elke ochtend is Don met z’n collie Luuk te vinden bij het hondenuitlaatveldje. Deze middag is hij niet mee. “Dan raakt die verwend”, vertelt hij. Don heeft veel betekend voor het hondenveldje.  “Dit staat bekend als het mooiste veld van heel Amersfoort, want het is zo godsgroot.”  Onder andere door hem is dit veld omheind met een hek. “Een paar jaar geleden liep ik toevallig rond met mijn twee honden en vroeg een vrouw mij of ik misschien wilde kijken naar een hondenuitrenveldje in het Soesterkwartier. Daar was de wethouder destijds druk mee bezig. Toen stelde ik het voor om het hier te doen op het grote veld.” De voormalige vijver staat nog vaak genoeg blank. “Ik stelde aan de wethouder voor om hier een uitlaatveld te maken, want voor die honden is het alleen maar leuk als het af en toe nog onderwater staat.”

Terwijl George voor z’n baasje zit en het overzicht op het veldje houdt, komt Bella – een zwart-witte hond met beige tinten die “een Griekse mix van van alles is” – enthousiast naar George toegerend. Wijken voor de modderpoel kent ze niet. Er moet gesnuffeld worden. Snuffel zelf hier aan de lucht en je ruikt een modderige boel met een hint van stront.

Het omheinen van het veld ging niet helemaal van een leien dakje. “Ik was erbij toen ze het hek gingen plaatsen. Ze deden dat aan het voetgangerspad-“, Don grinnikt, “-toen zei ik van ‘Nee, dat moet daar staan.’(aan de weg) maar die opdracht hadden de werknemers niet gekregen. Dus belde ik de wethouder op en die kwam langs en die zei toen dat het hek inderdaad aan de weg moest staan. En zo zijn er wel meer dingen geweest, zoals dat ze waren vergeten een entree te maken tot het veldje. Maar het kwam uiteindelijk goed en we zijn er tevreden mee.”

Dan wordt Don onderbroken door luid geblaf. Bella staat aan de rand van het veld te keffen naar zwartgeklede jongeren. Ze zijn net aan komen rijden op hun scooter en nemen plaats op een bankje iets verderop van het veldje. “Ja ik heb ze gezien,” schreeuwt haar flink gepiercte in haar grijze trainingsoutfit vanaf het veld toe.

Don is in 1951 geboren en heeft – op een paar jaar na – altijd in de wijk gewoond. Hij ziet hoe het burencontact is veranderd. “Vroeger kwamen je buren nog gewoon bij je over de vloer, maar nu spreek je de mensen vooral kort op straat.” Voor hem biedt het hondenveldje een oplossing. “Mensen praten hier over van alles met elkaar, het is een soort van gemeenschap.” Wat alleen opvalt is dat mensen niet elkaars namen kennen, maar die van de honden.

Het baasje van George vertelt hurkend op het bankje dat hij sinds 2014 woont in het Soesterkwartier aan het Piet Mondriaanplein. In 2021 kreeg hij George: “Sinds ik hier kom ben ik veel meer uit mijn eigen bubbel. De mensen hier op het veld komen uit allerlei hoeken en gaten.”

Jammer vind ik het niet dat ik geen vijver meer ben. Nu ben ik het mooiste hondenveldje van Amersfoort. Het neusje van de zalm. Mensen zijn hier een gemeenschap. Ze geven elkaar advies en steunen elkaar. Terwijl Don stilletjes langs mij over het zandpad wegrijdt, overstemt het geraas van een overvliegend vliegtuig het geboor van een specht. Bella en George rennen achter mekaar aan, terwijl hun baasjes in de zon het hebben over oordruppels voor de hond. Het is de eerste mooie zaterdag van het jaar. Er staat een briesje.