‘Hangjongeren’ in Hurdegaryp

Hangjeugd, het is één van de telefoontjes die de wijkagent het meest krijgt van inwoners. Jongeren die rondhangen en voor overlast veroorzaken. Het is ook iets wat in gesprekken met bewoners tijdens koffiemomentjes steeds terugkomt. ‘Er is ook niks voor de jeugd’, zegen mensen dan.
Vooral rond het winkelcentrum ervaren mensen overlast van jeugd. Jongeren die luid zijn, met auto’s rondjes rijden en bewoners lastigvallen. Maar ook jongeren die rond het station hangen. Hurdegaryp heeft geen keet en de disco in Quatrebas is een aantal jaar geleden gesloten. De reis naar de stad is zo gemaakt, maar in het dorp zelf is er buiten verenigingen weinig voor de lokale jeugd.
De dorpsvereniging heeft veel moeite om de jeugd te bereiken en heeft dat altijd al gehad, ziet Cor Hergaarden. Hij is lange tijd actief geweest voor dorpsbelangen en heeft zich beziggehouden met veel onderwerpen in het dorp. Zo ook met jongeren waarin hij met zijn werk in de jeugdzorg ook veel ervaring heeft opgedaan. ‘Overlast van jongeren is van alle tijden, het komt in golfbewegingen. Je moet snappen dat de jongeren van nu de volwassenen van straks zijn. Het is belangrijk om in gesprek te blijven met de jongeren, maar wel op een normale manier.’ Volgens Hergaarden is het iets wat zichzelf vanzelf oplost. ‘Op een gegeven moment krijgen ze verkering, gaan ze studeren en komen ze op een leeftijd dat rondhangen in de kou gewoon niet meer zo interessant is.’
‘Ook als je ze hoort over dat er geen plek voor ze is, dat klopte vroeger in ieder geval niet. Ze hadden een jeugdsoos en een disco. Het probleem voor ze was dat er geen plek was waar ze zonder toezicht konden doen wat ze wilden, dat is iets heel anders en dat is er dus ook niet gekomen.’ Hergaarden vindt de term ‘hangjongeren’ een veel te negatieve term. ‘Dat zijn jongeren die ter dood zijn veroordeeld en aan de galg komen te hangen, niet jeugd die gewoon op straat een beetje rondhangt.’
Volgens de inwoner van Hurdegaryp is dit een enorm genuanceerd onderwerp. ‘Je hebt natuurlijk de jongeren die rondhangen of naar de voetbalclub gaan, maar ook heel veel jongeren die dat niet doen en het eigenlijk wel prima vinden. Dat heeft te maken met een stukje socialisatie.’
‘Ik heb voor mijn werk outreachend werk gedaan richting jongeren, dus gewoon op ze af stappen en met ze praten. Niet in een zaaltje, maar gewoon op straat. Als je ze normaal behandelt geven ze gewoon eerlijk antwoorden op je vragen. Als je ze als hangjongeren en als probleem gaat zien, dan los je niks op.’
Een andere inwoner die verstand heeft over hoe om te gaan met jongeren en hoe jongeren in elkaar steken, is Jacky. Hij is jeugdwerker in Leeuwarden bij Amaryllis. ‘Ik ben gewend om op een losse manier om te gaan met jongeren, we hameren bij ons op het hebben van goed en positief contact met jongeren, zodat ze ons kennen en dat, als er iets is, ze naar ons toe komen.’
‘We hebben een breed netwerk, dus we kunnen vanuit daar goed in contact komen met jongeren die ons nodig hebben, maar niet op ons afstappen. Wij werken echt preventief.’
Hoewel de inwoner niet met de jeugd uit het dorp werkt, ziet hij wel zicht op wat er gaande is. ‘Het is echt een trend van de laatste maanden dat jongeren vanuit Leeuwarden hiernaartoe komen, maar ook naar Burgum gaan. Ze hebben overal en nergens vrienden, en je bent hier zomaar met de trein. We krijgen ook wel signalen dat er dingen gebeuren die wat heftiger zijn dan rondhangen, dingen die meer richting criminaliteit neigen.’
Jacky ziet de laatste tijd groepen waarmee hij in Leeuwarden meewerkt verschijnen in het dorp. ‘In Leeuwarden stappen we op zulke groepen af, als er meldingen zijn gemaakt van overlast. Elke dag stappen er dan jongerenwerkers op af die vragen: missen jullie iets wat wij kunnen leveren, waarom staan jullie hier?’ Jacky merkt dat veel jongeren niet eens weten dat ze overlast veroorzaken. Als ze bij elkaar staan en ze praten met elkaar hebben ze niet door dat ze zo luid praten en, als ze erop worden aangesproken, verlagen ze meestal hun geluidsvolume.
In negen van de tien gevallen gaat het overlast dan ook over, volgens Jacky. Net als Cor merkt hij dat gewoon vragen stellen over waarom ze daar staan veel resultaten oplevert. ‘Ze geven dan meestal al veel prijs. Vaak zeggen ze dat er niet veel voor ze is, maar dat zeggen ze al snel, ook al gebeurt er genoeg.’ Zo vindt hij het niet erg dat er geen keet is. ‘We zien in Leeuwarden ook wel, met een keet verplaats je eigenlijk alleen maar het probleem waar omstanders er geen last van hebben. Het zijn gewoon normale mensen, inwoners hebben al snel een heel negatief beeld van jongeren, maar het zijn allemaal prima gozers.’
‘Een gemeente kijkt sneller naar alleen het symptoom, de overlast, in plaats van de onderliggende reden. Het kan zijn dat het thuis niet zo goed gaat, of op school niet zo goed gaat. Dan moet je een jongere daarmee helpen, dan los je iets op.’
Recente reacties