Nieuwe koers voor ‘lelijk eendje’ Vuldersbrink? Dít zijn mogelijke oplossingen

Robin Mijwaart en Gabriel Hendriks Maseda

HARDERWIJK – Leegstand, overlast door hangjongeren en gedumpt straatafval: de Vuldersbrink, volgens bewoners al jaren het ‘lelijke eendje’ van de Harderwijkse binnenstad, kampt met een reeks hardnekkige problemen. Wethouder Wilco Mazier (CDA) omschreef de winkelstraat eerder zelfs als de ‘rotte kies’ van de binnenstad, en werkt daarom aan een vernieuwingsplan dat de straat een nieuw leven in moet blazen. Wat voor maatregelen kan de gemeente nemen? 

“Moet je nou kijken”, foetert Marlinde, een in een zwierige zomerjurk geklede vrouw, kijkend naar de stukken wit piepschuim op straat. Hoofdschuddend zet ze twee volle boodschappentassen naast zich neer. Ze komt net uit de Vomar gelopen, de supermarkt in de Vuldersbrink. “Hierom kom ik hier dus nooit”, vertelt ze. “Het is dat ik nog even langs Van Dongen (de plaatselijke bakker, red.) wil, maar dit is toch niet om aan te zien?”

“Ronduit asociaal”, vult een langslopende man aan. Zijn hondje houdt hij kort aan de riem. “Het lijkt wel alsof het hier altijd een puinhoop is. En niet alleen wat afval betreft”. Met het puntje van zijn schoen schopt hij tegen een plantje dat zich tussen de klinkers een weg naar boven heeft gebaand. “Ook overal onkruid, zie je? Het lijkt wel alsof de tijd hier stilstaat.”

Feedback
Dat de Vuldersbrink niet bepaald het kroonjuweel van de Harderwijkse binnenstad is, is ook doorgedrongen in het Huis van de Stad, waar het college van Harderwijk zijn besluiten neemt. Zo noemde wethouder Mazier – met in zijn portefeuille onder andere de visie op de binnenstad – de winkelstraat in 2022 een ‘rotte kies’, die dringend aan een opknapbeurt toe was. De reden? Bewoners ergeren zich groen en geel aan de problemen die in de winkelstraat spelen, blijkt ook als De Hengelaar een rondvraag doet bij winkeleigenaren in en rond de Vuldersbrink.

Sommigen van hen blijven liever anoniem: “Ik heb geen zin in scheve gezichten”, vertelt een bewoner. “Die leegstand hier? Dat moet echt anders”, zegt een retailer terwijl hij achter de balie zit – het is een betrekkelijk rustige dag in de winkelstraat. “Ik vind vooral dat de gemeente daar iets aan moet doen.” Een collega, die vlak achter de balie naar een scherm tuurt, vult aan: “Er komen wel veel nieuwe winkels bij hoor, maar dat zijn vaak eendagsvliegen – voor je het weet hangen er weer ‘te huur’-bordjes in de etalage.”

Ook zijn er ondernemers die hun schouders ophalen voor de problemen. Ze herkennen de zorgen, maar beseffen zich tegelijkertijd dat de sleutel bij de gemeente ligt. “De Vuldersbrink valt inderdaad een beetje buiten de boot, het is hier wat onverzorgder, wat rommeliger. Maar tegelijkertijd denk ik dat je in iedere stad wel zo’n straat hebt, en wat kun je er als bewoner nou eigenlijk aan doen? Het lijkt gewoon een landelijke trend.”

Oplossingen
Volgens Tim Rolandus, binnenstadexpert van kennisorganisatie Platform31, vertoont de Vuldersbrink “typische tekenen van verpaupering”. Niet alleen Harderwijk, maar steden door het hele land kampen met het verschijnsel – van Amsterdam tot Nijmegen, van Utrecht tot Eindhoven.

Wat de situatie in Harderwijk echter onderscheidt van die in grote steden of in de Randstad, is het gebrek aan imago, zegt Rolandus. “Door heel Nederland worstelen binnensteden met het veranderende consumentengedrag. Door de opkomst van het internet kopen steeds meer mensen hun spullen online, en dat knaagt aan de omzet van fysieke winkels. Het verschil is alleen dat grote steden nog kunnen profiteren van hun imago en aantrekkingskracht”, legt Rolandus uit. “Maar voor Harderwijk ontbreekt die buffer, waardoor de klap van het online-tijdperk dubbel zo hard aankomt.”

Om die klap op te vangen dient de gemeente, in samenwerking met ondernemers en bewoners, in te grijpen, vertelt Tim. Maar hoe? Volgens de binnenstadexpert zijn er twee knoppen waaraan je kunt draaien: groen en cultuur. “Een straat met veel groen werkt als een magneet voor mensen” stelt hij. “Dat is geen extraatje, maar pure noodzaak als je levendigheid en betrokkenheid wilt. Wat bijvoorbeeld kan helpen zijn ruime schaduwplekken, bankjes om op te rusten, en een rijke variatie aan bomen en planten – op die manier zijn mensen ook geneigd om te blijven hangen, en de Vuldersbrink niet te zien als een simpele doorloopstraat.”

Cultuurverandering
Een andere troefkaart die de gemeente kan inzetten is het aanbieden van meer cultuur. Het vergroot de aantrekkingskracht en draagt bij aan een levendige openbare ruimte, stelt Rolandus. Het is dan ook geen toeval dat de gemeente lange tijd speelde met het idee om de Vuldersbrink op te peppen door een theater of hotel te bouwen. In de Binnenstadvisie Harderwijk 2031 valt te lezen dat hierdoor de uitstraling van de binnenstad in totaliteit zou worden verbeterd.

Later bleek dit voornemen echter toch van tafel te zijn geveegd; de gemeente bouwt geen nieuw theater, maar geeft het bestaande podium een upgrade. De reden: de huishoudportemonnee van Harderwijk heeft niet genoeg vlees op de botten voor een nieuw theater; de gemeente heeft er simpelweg geen geld voor. Het college heeft drie locaties op haar verlanglijstje staan en houdt die de komende periode aan het licht. In de zomer moet er een definitieve keuze worden genomen. 

Hoe de gemeente de andere problemen wil aanpakken, zoals de overlast van hangjeugd in de aangrenzende parkeergarage, blijft voor nu ongewis. De gemeente werkt aan een plan voor de toekomst van de Vuldersbrink, maar die zal pas in de loop van het jaar gepresenteerd worden.

“Tot die tijd is het geduldig afwachten”, zegt Marlinde als De Hengelaar de stand van ‘dossier-Vuldersbrink’ voorlegt. Ze draait zich om en wijst naar de pas geplaatste bankjes in de Sint Annastraat, naast de Vuldersbrink. “Als ze die netheid nou gewoon doortrekken naar deze straat, is het al zoveel beter. Dan kan ik m’n broodje gewoon hier oppeuzelen in het zonnetje, maar goed. Dat ga ik zometeen daar doen.”

Haar boodschappentassen pakt ze weer van de grond, en ze sjouwt ze richting Van Dongen. “Jammer dat die bankjes hierop uitkijken. Ach, gelukkig ben ik slechtziend, dat scheelt. Haha!”

De Hengelaar heeft de ingebrachte ideeën van bewoners, ondernemers en de expert die tijdens het onderzoek naar voren kwamen, aangeboden aan het college van Burgemeester en Wethouders (B en W).