Het dubbele gezicht van het Matenpark

Het is lunchtijd in De Maten en langzaam vult het centrale park zich met geluiden van rinkelende fietsbellen, fluitende vogeltjes en trippelende hondenpootjes. Hoewel het park overdag een fijn, warm en vrolijk gevoel uitstraalt, staat dat haaks op hoe bewoners het park omschrijven zodra de lentezon onder is.
‘Floortje, hier!’ roept een vrouw op middelbare leeftijd naar haar zwarte labrador. Floortje trekt zich duidelijk weinig aan van de woorden van haar baasje en rent kwispelend op Jessie af. Ze geeft de hond een aai over haar bol en dan rent Floortje met een tevreden houding terug naar haar baasje. Dan vangt Jessie een geluid van kletsende tieners op; ze beseft dat het pauzetijd is. In haar ooghoeken ziet ze verschillende groepjes scholieren het park binnenstromen.
Ook de middelbare school van de 18-jarige Jessie ligt op steenworp afstand van het park. Het grijsbruine gebouw is zichtbaar tussen de hoge bomen en struiken in het park. Vooral op de dagen dat Jessie naar school gaat, is ze in haar vrije uurtjes vaak in of rondom het park te vinden. Wel onder één voorwaarde: het moet licht zijn buiten. Zodra het begint te schemeren, mijdt zij het park liever. Ze is niet de enige; ook veel andere bewoners mijden het park als het met het tikken van de klok langzaam zijn ogen sluit.
Van binnen weet Jessie dat het anders kan, dat het anders móet. Met elke angstige rit door het park, wordt dat gevoel alleen maar sterker. Niet alleen verlichting, maar ook zichtbare aanwezigheid van handhaving en politie zouden haar een veiliger gevoel geven.
Het eerste moment dat Jessie zich onveilig begint te voelen, herinnert ze zich nog goed. Ze is dan vijftien jaar oud en begint met sporten in De Maten. Om op locatie te komen, moet ze vaak in het donker door het park heen fietsen. Om dit onveilige gevoel snel van zich af te kunnen zetten, zet Jessie bij ingang van het park altijd haar versnelling een stukje hoger. Ondanks het geluid van haar spinnende fietswielen, blijven geluiden uit het park haar niet ongehoord. In de verte hoort ze vaak geschreeuw. Terwijl stemmen door haar oren galmen, draaien haar trappers steeds sneller en sneller. Lantaarnpalen zijn onvindbaar en de stemmen in de verte krijgen wéér geen gezicht.
Vooral het ijzeren hokje in het park, links van de skatebaan, voelt voor Jessie als een onveilige plek. Als ze richting het kale, grijze hokje loopt, ziet ze overal puin liggen. De grond onder haar voeten ligt vol met lege zakken chips, plasticflesjes en uitgedrukte peuken. De prullenbak naast het hokje is daarentegen wel leeg. Als Jessie hier ’s avonds langs fietst, ziet ze vaak mensen die aan het blowen of drinken zijn. Af en toe ziet ze iets oplichten; het zijn prullenbakken of andere voorwerpen die worden opgeblazen met vuurwerk.
Foto ter illustratie: De 18-jarige Jessie in het ‘ijzeren hokje’
Terwijl Jessie op klaarlichte dag midden in het hokje gaat staan, schieten herinneringen van een aantal jaar geleden door haar hoofd. Ze herinnert zich hoe zij en haar vriendinnen tijdens schoolpauzes af en toe in het hokje gingen zitten, omdat het een overdekte plek is. Elke keer als ze daar gingen zitten, kwam er een zwerver bij hen. Het gaf ze een raar en onveilig gevoel en daarbij waren ze allemaal net zestien. Ze weet nog goed hoe de veertig- of vijftig jarige man vaak onder invloed was. Soms ging hij zelfs naast hen verder met blowen en drinken. Het bleef niet altijd bij alleen zijn aanwezigheid. Zo vroeg hij om hun telefoonnummers, waarna zij wegliepen. Toen Jessie na een aantal verzette stappen achteromkeek, zag ze hoe de zwerver hen door het park heen volgde.
Dan glijdt een onzichtbare last van haar schouders af: ze stopt met sporten in De Maten. Eindelijk hoeft Jessie niet meer door het park heen te fietsen in het donker. Voorheen deed ze van alles om zich zo veilig mogelijk te voelen tijdens de fietsrit. Altijd met een groepje samen fietsen, het liefst niet alleen. Voor de zekerheid zette zij altijd haar live-locatie aan, zodat vrienden konden zien waar ze was.
De angstige fietsritten zijn verleden tijd, maar het probleem blijft bestaan en blijft Jessie bezighouden. Van binnen weet ze dat het park voor altijd mijden geen échte oplossing is. Hoewel haar onveilige gevoel wordt veroorzaakt door anderen, weigert ze bij de pakken neer te zitten. Ze vindt haar plek in project Plek voor Meiden, een initiatief vanuit de gemeente Apeldoorn dat veilige buitenruimtes voor tienermeiden in De Maten nastreeft. Haar betrokkenheid bij het project komt deels vanuit haar onveilige gevoel, maar ook uit de wens om de kwaliteit van het park te verbeteren. Jessie streeft naar een fijne plek voor jongeren waar ze zich welkom en veilig voelen.
Tijdens het project kruipt Jessie met veel goede moed in de rol van een vlogger. Met één tik op de record-knop van haar camera praat ze andere jongeren bij over de ontwikkelingen van het project en de plannen van de gemeente. Want als de plannen voor betere verlichting in het park gerealiseerd worden, en stemmen in de verte zichtbaar zijn in plaats van dreigend, hoeven de fietswielen van Jessie misschien nooit meer zo snel te spinnen.
Recente reacties